153 research outputs found

    Hattem - Knooppunt Hattemerbroek

    No full text
    Uitvoering in combinatie met: ADC - ArcheoProjecte

    Verbreding A12 Ede Wijde Veldweg Verbreding A12 Wijde Veldweg gemeente Ede.

    No full text
    Archol BV en Vestigia BV Archeologie Cultuurhistorie hebben als archeologisch uitvoerder van Heijmans Wegen bv in opdracht van Rijkswaterstaat GPO / Projectorganisatie BV Grijsoord een inventariserend veldonderzoek met een doorstart naar een definitief archeologisch onderzoek uitgevoerd in de gemeente Ede. Aanleiding van het onderzoek is de verbreding van de A12 ter hoogte van de kruising van deze snelweg met de Wijde Veldweg. Doel van het onderzoek was het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting zoals geformuleerd in het vooronderzoek. Het betreft gebieds- en vindplaatsgericht onderzoek om de aan- of afwezigheid van vuursteenvindplaatsen op de hoge delen en de flank van het beekdal van de Renkumse beek vast te stellen. Het onderzoeksgebied bestond uit twee locaties: trajectdeel 4.4 en 5.3, aan weerszijde van de A12. Beide terreinen hebben een kleine hoeveelheid vondstmateriaal opgeleverd. De vondsten zijn verzameld uit de bovenste delen van de oude bodem (B- en BC-horizonten) en bestaan uit vuursteen en aardewerk. Het vuursteen dateert waarschijnlijk in het mesolithicum, het aardewerk in het laat-neolithicum en de vroege bronstijd. Er zijn geen archeologische sporen aangetroffen. Op basis van het lage aantal vondsten, het ontbreken van sporen en een grote mate van verstoring van de bodem zijn de vindplaatsen niet behoudenswaardig. Het dal van de Renkumse beek, zoals aangetroffen in trajectdeel 4.4, is wel interessant voor vervolgonderzoek. In de opvulling van het dal zijn verschillende bodemniveaus waargenomen en vervolgonderzoek zou zich moeten richten op het verkrijgen van een goed beeld van de ontwikkelingsgeschiedenis van het dal

    Barneveld Harselaar Zuid locatie 1 - De Slinger Op zoek naar het middeleeuwse Wedichem

    No full text
    Het onderzoek is samen met enkele andere onderzoeken (Archis: 3293422100 en 3990817100) gerapporteerd. Het onderzoek heeft nederzettingssporen uit de ijzertijd opgeleverd

    Katwijk Valkenburgse meer Oostelijke oeverzone Valkenburgse Meer, Katwijk Een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek

    No full text
    In opdracht van de Gemeente Katwijk heeft Archol BV een bureauonderzoek en een inventariserend archeologisch veldonderzoek (verkennende fase door middel van boringen) uitgevoerd in het plangebied oostelijke oeverzone Valkenburgse Meer te Katwijk. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen herinrichting van de oostelijke oeverzone van het Valkenburgse Meer. De werkzaamheden omvatten onder meer het verwijderen van oppervlakteverharding (o.a. asfalt) en het aanpassen van groenzones. De verstorings-/ontgravingsdiepte is waarschijnlijk dieper dan 0,3 m. Het bureauonderzoek was erop gericht om voor het plangebied de bekende archeologische waarden te inventariseren en een verwachting op te stellen ten aanzien van onbekende archeologische waarden. Het veldonderzoek had tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, het toetsen en nader aan scherpen van de gespecificeerde archeologische verwachting en het opsporen van eventueel aanwezige vindplaatsen. Op basis hiervan is een advies gegeven over de noodzaak van eventueel vervolgonderzoek. Op basis van het bureauonderzoek gold voor het plangebied een (middel)hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode late bronstijd-ijzertijd (in de top van de kwelderafzettingen) en een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode Romeinse tijd-middeleeuwen (in de top van de oeverafzettingen van de Oude Rijn). Het booronderzoek heeft een tamelijk helder beeld opgeleverd van de opbouw en intactheid van ondergrond van het plangebied. Aan de basis bevindt zich een zandig pakket estuariene afzettingen met kleilagen. De estuariene afzettingen worden afgedekt door een pakket lagunaire afzettingen waarin de sedimentaire gelaagdheid naar boven toe afneemt en veelal overgaat in een humeuze ‘houtklei’. De top van de lagunaire afzettingen ligt rond 1,4 m -mv (1,3 m -NAP). Hierboven zijn kom-/kwelderafzettingen aangetroffen. In het zuidoostelijk deel van het plangebied (boringen 53, 55 t/m 60, 62 en 63) is de top van het pakket kom-/kwelderafzettingen nog goeddeels intact. De bovenzijde ervan is aangetroffen onder de bouwvoor, vanaf circa 40 cm -mv. In het noordoostelijk deel (boringen 2 t/m 7) wordt dit pakket afgedekt door oeverafzettingen van de (pre-Romeinse fase van de) Oude Rijn. In het grootste deel van het plangebied zijn deze echter deels verstoord geraakt door recente bodemingrepen. De verstoringsdiepte binnen het plangebied varieert van 30 cm tot 2,75 meter. Archeologische resten worden verwacht in de oeverafzettingen en in de top van de kom-/kwelderafzettingen. In de oeverafzettingen zijn in enkele boringen ook daadwerkelijk - minimale, maar concrete - aanwijzingen gevonden in de vorm van houtskoolspikkels. Tijdens het onderzoek zijn in boring 25 mogelijk archeologische resten aangetroffen in de kom-/kwelderafzettingen. Ten aanzien van de zones met (oever- en) relatief onverstoorde kom-/kwelderafzettingen wordt aanbevolen om geen bodemingrepen uit te voeren dieper dan 35 cm -mv. Indien dit niet mogelijk is en bodemingrepen dieper dan 35 cm -mv zullen plaatsvinden, wordt aanbevolen een archeologisch proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren. Voor de overige delen van het plangebied wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen op basis van de resultaten van dit onderzoek geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Katwijk een formeel besluit

    Hengelo Winkelskamp Oost Bewoning en begraving nabij Lenderink te Hengelo (Gelderland).

    No full text
    In opdracht van de gemeente Bronckhorst heeft Archol bv een opgraving uitgevoerd in het plangebied Winkelskamp Oost te Hengelo. Aanleiding voor het onderzoek waren de nieuwbouwplannen van de gemeente. Uit het archeologisch vooronderzoek bleek dat in het plangebied drie archeologische vindplaatsen aanwezig waren met sporen uit de bronstijd/ ijzertijd en middeleeuwen. De geplande bouwwerkzaamheden zouden de archeologische resten aantasten. De gemeente heeft daarom besloten de vindplaatsen te laten opgraven, met als doel het documenteren van de gegevens en het veiligstellen van het materiaal van de vindplaatsen. Het onderzoek heeft gefaseerd plaatsgevonden. In eerste instantie zijn de verwachte vindplaatsen in het oostelijke deel opgegraven. Hierbij bleek dat één van de vindplaatsen groter was dan vooraf verwacht en dat de sporen verder richting het westen doorliepen. Om de vindplaatsen beter te begrenzen zijn tijdens een tweede onderzoeksfase extra putten gegraven en zijn enkele proefsleuven aangelegd in het westelijk deel van het terrein. Hierbij werden sporen van een grafveld aangetroffen, dat vervolgens in een derde onderzoeksfase ook opgegraven is. Bij het archeologisch onderzoek zijn verschillende archeologische vindplaatsen, uit verschillende perioden onderzocht. De oudste vondsten die zijn aangetroffen, betreffen enkele vuursteenartefacten uit het mesolithicum. De eerste concrete sporen van bewoning dateren uit de tweede helft van de midden- of de late bronstijd. Uit deze periode is een erf met ondermeer twee huisplattegronden aangetroffen. De plattegronden zijn niet even oud; waarschijnlijk volgen ze elkaar op. Ook uit de vroege ijzertijd is een enkel erf gevonden. Na de vroege ijzertijd zijn er tot het eind van de pre- en protohistorie geen aanwijzingen meer voor bewoning van het terrein. Wel is er in het plangebied van de vroege tot de late ijzertijd een grafveld in gebruik geweest. Zowel dit grafveld als de bewoning in de brons- en ijzertijd bevonden zich op de landschappelijk meest hoog gelegen delen van het terrein, op een dekzandplateau. Nadat het gebied in de loop van de ijzertijd verlaten is, werd het in de loop van de middeleeuwen, rond 800-850 opnieuw bewoond. Deze bewoning bevond zich niet meer, zoals in de eerdere perioden, op de hogere delen, maar op de oostelijke flank van het dekzandplateau. Gedurende de volle- of late middeleeuwen vindt opnieuw een verschuiving plaats, nog verder richting de laaggelegen dekzandvlakte. Het erf dat uit deze laatste periode aangesneden is, bevindt zich deels buiten de grenzen van het plangebied, waardoor de inrichting van de nederzetting in deze periode niet goed onderzocht kon worden

    AB Ede Harskamp Smachtenburg Archeologische Begeleiding Harskamp Smachtenburg (gemeente Ede)

    No full text
    Op 11 februari 2014 heeft Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) een archeologische begeleiding (AB) uitgevoerd op de locatie Smachtenburg te Harskamp (gemeente Ede). Daarbij is toezicht gehouden tijdens een milieukundig onderzoek door Ingenieursbureau Land. In totaal zijn 21 zoeksleufjes gegraven die 10 sporen hebben opgeleverd

    Culemborg Vindplaats 8 Hoge Prijs Opgraving van twee erven uit de midden-bronstijd te Culemborg, Parijsch Zuid, vindplaats 8

    No full text
    Archol bv heeft in augustus 2016 vindplaats 8 in het plangebied Culemborg-Parijsch Zuid opgegraven. Aanleiding voor het onderzoek is de ontwikkeling van de woonwijk Parijsch Zuid ten westen van het huidige Culemborg. Deze ontwikkeling vindt gefaseerd plaats en er zijn dan ook al verschillende archeologische onderzoeken verricht binnen het plangebied, waarbij resten vanaf het laat-neolithicum tot in de middeleeuwen zijn aangetroffen. Op basis van een proefsleuvenonderzoek werd op vindplaats 8 een nederzettingsterrein uit de vroege bronstijd verwacht. De opgraving heeft inderdaad een nederzettingsterrein opgeleverd, maar dit blijkt niet uit de vroege-, maar uit de midden-bronstijd B te dateren. De vindplaats is gelegen op een crevasserug van de Schroonrewoerdse stroomgordel: het oostelijk deel van de vindplaats bevindt zich op de hoge rug met oeverafzettingen, het westelijk deel ligt lager en dus meer op de flank. De aangetroffen nederzettingsresten bevinden zich alle in het hogere, oostelijke deel van het onderzoeksterrein. Hier zijn twee huisplattegronden, een kringgreppel, verschillende spiekers en kuilen aangetroffen. In het westen is het nederzettingsterrein afgebakend met behulp van een greppel. Het lager gelegen terrein ten westen van deze greppel is door middel van verschillende greppels ingericht. Dit terrein buiten de nederzetting is als akker- of weidegebied geïnterpreteerd. Op de overgang van de nederzetting naar het buitengebied zijn meerdere waterkuilen opgegraven. Het nederzettingsterrein loopt richting het zuiden, oosten en noorden door buiten de grenzen van het onderzochte terrein. Waarschijnlijk maken de onderzochte sporen deel uit van een grootschalig bronstijd-cultuurlandschap dat zich over een groot deel van de crevasserug heeft uitgestrekt

    Ede Harskamp Smachtenburg Middeleeuwse bewoning langs de Veluwe. De resultaten van opgrvaingen te Harskamp - Smachtenburg

    No full text
    In het kader van geplande bouwwerkzaamheden heeft Archol bv in 2013 en 2015 archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Smachtenburg in het plaatsje Harskamp, aan de rand van de Veluwe. Daarbij kwamen archeologische resten naar boven die sterk uiteenlopen in datering en blijk geven van een lang, weliswaar niet continu gebruik van het te ontwikkelen terrein. Over de oudste resten valt niet veel meer te zeggen dan dat het om enkele vuurstenen vondsten gaat die door rondtrekkende mesolithische jagers en verzamelaars ergens tussen 8000 tot 12000 jaar geleden ter plekke zijn achtergelaten. De volgende aanwijzingen voor menselijke activiteiten ter plaatse dateren in de laatste fase van de prehistorie, een paar eeuwen voor het begin van onze jaartelling. De vondst van een palissade aan de zuidelijke rand van het onderzochte gebied duidt mogelijk op de aanwezigheid van een ijzertijd nederzetting meer naar het zuidwesten, buiten het plangebied. Meer dan 1000 jaar later, we zitten dan inmiddels in de volle middeleeuwen is het terrein voor het eerst permanent bewoond geraakt. De opgravingen hebben overblijfselen van een boerenerf aan het licht gebracht, waarbij plattegronden van een grote woonstalboerderij en een drietal bijgebouwen zijn herkend. Daarnaast hebben de bewoners meerdere putten voor de watervoorziening gegraven en was het erf en omliggende percelen door middel van smalle greppeltjes waar vermoedelijk houten wandjes of palen in hebben gestaan afgebakend. Qua type boerderij past de aangetroffen plattegrond goed bij de voor deze periode gangbare typen in midden- en oost-Nederland. Ook de materiële cultuur sluit naadloos aan op die van de regio. Deze wordt gekenmerkt door een grote mate van zelfvoorziening. Door de relatief goede conserveringsomstandigheden bleek het mogelijk om een reeks aangetroffen stompen van de palen die voor de dakdragende constructie van gebouwen waren geplaatst alsmede hout uit enkele waterputten met behulp van de jaarringen methode te dateren. De uitkomsten wijzen op een bouw aan het begin van de 12e eeuw. Vermoedelijk heeft de bewoning op het erf doorgelopen tot circa 1175. De oudste vermelding van Harskamp in historische bronnen ging niet verder terug dan 1333 en met deze nieuwe bevindingen worden ten minste twee eeuwen toegevoegd aan de ouderdom van dit kleine plaatsje. Bij de bewoning gedurende de 12e eeuw ging het vermoedelijk om één of enkele vrijstaande hoeves. Het onderzochte erf heeft slechts één bewoningsfase gekend en na verlating heeft men elders buiten het onderzochte areaal, vermoedelijk meer naar de Dorpsstraat toe, een nieuwe boerderij gebouwd. Het onderzochte areaal is daarna niet meer bewoond geweest, wel heeft het als akkerland en weidegebied gediend getuige de vele greppels, die zijn gegraven voor percereling alsmede grondverbetering
    corecore