Primordial magnetic fields at preheating

Using lattice techniques we investigate the generation of long range cosmological magnetic fields during a cold electroweak transition. We will show how magnetic fields arise, during bubble collisions, in the form of magnetic strings. We conjecture that these magnetic strings originate from the alignment of magnetic dipoles associated with EW sphaleron-like configurations. We also discuss the early thermalisation of photons and the turbulent behaviour of the scalar fields after tachyonic preheating.Comment: 7 pages. Talk presented at Lattice200

Effects of antisymmetric interactions in molecular iron rings

The level crossing mechanism between the ground and the first excited state of Na:Fe-6 antiferromagnetically coupled iron rings is studied by torque magnetometry down to 40 mK and in magnetic fields up to 28 T. The step width at the crossing field B. assumes a finite value at the lowest temperatures. This fact is ascribed to the presence of level anticrossing, not expected for a ring with axial, i.e. S-6 point group, symmetry. Assuming a reduced symmetry, we revised the model Hamiltonian of such a spin system by introducing a Dzyaloshinsky-Moriya (DM) term and we show, by exact diagonalization, that DM term can account for the mixing of states with different parity. In particular, analytical as well numerical analysis show that the introduction of the DM term may contribute to the broadening of the torque step as well as for the finite energy gap at B, observed by heat capacity in a similar ring Li:Fe-6 as previously reported [9]

An experimental investigation on weak localisation, spin-orbit and interaction effects in thin bismuth films

\u3cp\u3eThe authors have measured the low-temperature (0.02<T<10K) electronic conductivity, magnetoresistance and Hall constant in thin (20-200 nm) bismuth films. The aim was to study weak localisation, spin-orbit and electron-electron interaction mechanisms in this well suited material. The authors compared their data with theories of Hikami et al. (1980) and Altshuler et al. (1980, 1981). It was found that their data must be interpreted in terms of two independent mechanisms, i.e. electron-electron interaction and spin-orbit scattering. Weak localisation is completely suppressed by the strong spin-orbit scattering in this material.\u3c/p\u3

Quasi-particle lifetime broadening in normal-superconductor junctions with UPt3

For the Andreev-reflection process of quasi-particles at a normal-metal-superconductor interface the influence of lifetime broadening of the quasi-particles on the current-voltage characteristics of NS point contacts is analyzed along the lines of the Blonder-Tinkham-Klapwijk model. The anomalous Andreev-reflection spectra obtained for the heavy-fermion compound UPt3 cannot be explained by lifetime broadening alone. Instead, an anisotropic superconducting order parameter has to be assumed which, if also lifetime broadening is included, leads to a fairly good agreement with the data

Uitvoeringstoets toevoeging Spinale Musculaire Atrofie aan de neonatale hielprikscreening

SMA is een ernstige, aangeboren spierziekte. Kinderen met SMA raken verlamd en kunnen eraan doodgaan. Ieder jaar krijgen 15 tot 20 kinderen de diagnose SMA. De klachten beginnen meestal op jonge leeftijd. Om de ziekte goed te kunnen behandelen, moet ze vroeg worden ontdekt. Het ministerie van VWS heeft het RIVM daarom gevraagd te onderzoeken wat nodig is om SMA toe te voegen aan de hielprik. De resultaten staan in deze uitvoeringstoets. De uitvoeringstoets laat zien dat SMA kan worden toegevoegd aan de hielprik. Het RIVM verwacht dat de screening op SMA in oktober 2022 in het hele land kan beginnen. Nederland is dan een van de eerste landen in Europa die baby's screenen op SMA. Er zijn veel stappen nodig om SMA toe te voegen aan de hielprik. Het is belangrijk dat de screening op SMA goed verloopt en past in het proces van de hielprik. Dan blijft het draagvlak hoog en blijven bijna alle kinderen meedoen. Een van de benodigde stappen is de aanschaf van een goede testmethode om kinderen met SMA op te sporen. Voor de koop van een testmethode gelden wettelijke regels. Na de koop moet worden getoetst of de methode ook in de Nederlandse praktijk de zieke kinderen goed opspoort. Alle screeningslaboratoria in Nederland gaan de test gebruiken zodra de screening op SMA start. Voor sommige kinderen met SMA is nog niet bekend wat het beste moment is om met de behandeling te beginnen. Het is ook nog niet bekend wat het gevolg van de behandeling is na langere tijd. Daarom moet er een plan komen om de screening na een paar jaar te evalueren. Tot voor kort was er geen behandeling voor kinderen met SMA. Die is er nu wel. De zorgverzekeraar betaalt de behandeling

Feasibility study into adding Spinal Muscular Atrophy (SMA) to the newborn blood spot screening

SMA is een ernstige, aangeboren spierziekte. Kinderen met SMA raken verlamd en kunnen eraan doodgaan. Ieder jaar krijgen 15 tot 20 kinderen de diagnose SMA. De klachten beginnen meestal op jonge leeftijd. Om de ziekte goed te kunnen behandelen, moet ze vroeg worden ontdekt. Het ministerie van VWS heeft het RIVM daarom gevraagd te onderzoeken wat nodig is om SMA toe te voegen aan de hielprik. De resultaten staan in deze uitvoeringstoets. De uitvoeringstoets laat zien dat SMA kan worden toegevoegd aan de hielprik. Het RIVM verwacht dat de screening op SMA in oktober 2022 in het hele land kan beginnen. Nederland is dan een van de eerste landen in Europa die baby's screenen op SMA. Er zijn veel stappen nodig om SMA toe te voegen aan de hielprik. Het is belangrijk dat de screening op SMA goed verloopt en past in het proces van de hielprik. Dan blijft het draagvlak hoog en blijven bijna alle kinderen meedoen. Een van de benodigde stappen is de aanschaf van een goede testmethode om kinderen met SMA op te sporen. Voor de koop van een testmethode gelden wettelijke regels. Na de koop moet worden getoetst of de methode ook in de Nederlandse praktijk de zieke kinderen goed opspoort. Alle screeningslaboratoria in Nederland gaan de test gebruiken zodra de screening op SMA start. Voor sommige kinderen met SMA is nog niet bekend wat het beste moment is om met de behandeling te beginnen. Het is ook nog niet bekend wat het gevolg van de behandeling is na langere tijd. Daarom moet er een plan komen om de screening na een paar jaar te evalueren. Tot voor kort was er geen behandeling voor kinderen met SMA. Die is er nu wel. De zorgverzekeraar betaalt de behandeling.SMA is a serious, congenital muscular disorder. Children with SMA become paralysed and can die from it. Each year, 15 to 20 children are diagnosed with SMA. The symptoms usually begin at a young age. Early detection is essential for treating the disorder effectively. The Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport therefore asked RIVM to carry out a study of what would be needed to add SMA to the newborn blood spot screening. The results are presented in this feasibility study. The feasibility study makes it clear that SMA can be added to the newborn blood spot screening. RIVM expects the screening for SMA to become operational throughout the country in October 2022. The Netherlands will then be one of the first countries in Europe to screen babies for SMA. Many steps need to be taken to ensure that SMA is added to the newborn blood spot screening properly. It's important to ensure that the screening for SMA is carried out effectively and is integrated into the blood spot screening process. Public support will then stay high, and almost all children will keep participating. One of the necessary steps is acquisition of an effective test method for detecting children with SMA. The purchase of a test method is subject to legal rules. After the purchase is made, a study must be carried out to determine whether the method used can also effectively detect children with SMA in the Dutch situation. As soon as screening for SMA is introduced, all screening laboratories in the Netherlands will use the test. For some children with SMA, it is not yet known what the best time is to start the treatment. The long-term consequences of the treatment are also not yet known. A plan must therefore be formulated to evaluate the screening after some years. Until recently, there was no treatment available for children with SMA. However, such a treatment is now available. The health care insurer pays for the treatment.Ministerie van VW

Observation of electron-phonon interaction with soft phonons in superconducting RNi(2)B(2)C

The point-contact (PC) spectra of the electron-phonon interaction (EPI) in the superconducting RNi(2)B(2)C (R = Ho, Y) compounds reveal strong EPI with low-energy (4-9 meV) phonons, unlike the case of nonsuperconducting LaNi2B2C. The PC-EPI spectral functions for all three compounds are determined and lower limits for the EPI interaction parameter lambda estimated. Besides, an unusual suppression of the PC-EPI spectral intensity by the external magnetic field was observed for the superconducting compounds, unlike the nonsuperconducting one.This article is published as Yanson, I. K., V. V. Fisun, A. G. M. Jansen, P. Wyder, P. C. Canfield, B. K. Cho, C. V. Tomy, and D. McK Paul. "Observation of Electron-Phonon Interaction with Soft Phonons in Superconducting R Ni 2 B 2 C." Physical Review Letters 78, no. 5 (1997): 935. DOI: 10.1103/PhysRevLett.78.935. Copyright 1997 American Physical Society. Posted with permission