45 research outputs found

    Relationship between spatial proximity and travel-to-work distance : the effect of the compact city

    Get PDF
    In this paper, an assessment is made of the relationship between selected aspects of spatial proximity (density, diversity, minimum commuting distance, jobs-housing balance and job accessibility) and reported commuting distances in Flanders (Belgium). Results show that correlations may depend on the considered trip end. For example, a high residential density, a high degree of spatial diversity and a high level of job accessibility are all associated with a short commute by residents, while a high job density is associated with a long commute by employees. A jobs-housing balance close to one is associated with a short commute, both by residents and by employees. In general, it appears that the alleged sustainability benefits of the compact city model are still valid in a context of continuously expanding commuting trip lengths

    A Philosophically Plausible Formal Interpretation of Intuitionistic Logic

    Get PDF
    This study addresses the mediating role of settlement patterns in the relationship between urbanization and start-up activity. Places do not operate in a vacuum and to understand the effect of 'own' density on start-up patterns, we need to account for the urban spillovers or borrowed size that they may experience from other places nearby. The results can explain the empirical ambiguity in the relationship between urbanization and start-up patterns: the relationship between urbanization and start-up rates becomes more similar between countries when controlling for country-specific settlement patterns by including a spatially lagged urbanization variable and variables measuring the distance to urban centers. Accounting for the relative location of places and relevant sorting effects, we find that 'own' density has a consistently negative effect on start-up activity. Yet, access to other places has a generally positive effect. This implies that nearby regions profit from the advantages offered by urban environments without having to deal with the costs involved

    Transport routier et mobilité durable : un état de la question pour la Belgique

    No full text

    Integrale evaluatie van de band tussen ruimtelijk-economische structuur en infrastructuur voor goederenvervoer

    No full text
    Dit onderzoek kadert binnen een ruimere studie rond duurzame mobiliteit, meer bepaald gericht op de economische en ruimtelijke effecten van toenemend goederenvervoer, in opdracht van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden. Dit globale onderzoek omvat drie hoofdcomponenten. Eén hoofdcomponent heeft als doel de economische effecten van een toenemend goederenvervoer na te gaan. Daarbij wordt vooral aandacht besteed aan modale keuze en prijszetting op geaggregeerd bedrijfsniveau. Een andere hoofdcomponent bekijkt het transportnetwerk voor goederenvervoer op Europees niveau, met bijzondere aandacht voor toedeling van het gegenereerde transport aan de verschillende verbindingen op het netwerk. De derde hoofdcomponent, waarvan dit onderzoek deel uitmaakt, zoekt de band tussen de economische en de ruimtelijke aspecten van toenemend goederenvervoer, die in de andere twee delen afzonderlijk behandeld worden. Een deel van het onderzoek binnen de derde hoofdcomponent gebeurt door medewerkers van UCL (Université Catholique de Louvain). In dit deel ligt de klemtoon op de efficiënte ruimtelijke werking van het transportnetwerk en optimale locatie van multimodale overslagpunten. Voor de beoordeling van de kwaliteit van het transportnetwerk grijpen de onderzoekers terug naar de bevolking (gezien als consumenten van goederen) als determinerende factor. Het deel dat op UFSIA wordt onderzocht, en waarvan de voorliggende tekst de neerslag is, bekijkt de kwaliteit van het transportnetwerk in relatie tot omliggende activiteitenplaatsen. Hierbij wordt de productiezijde als uitgangspunt genomen: de bedrijvigheid van industriële of distributieve aard, als generator van transportactiviteit en gebruiker van de transportinfrastructuur. Een eerste deel van dit werk omvat de uitgangspunten die tot het uiteindelijke onderzoek hebben geleid. In het tweede deel wordt het eigenlijke onderzoek aangevat met een literatuuroverzicht op het gebied van kwaliteitsbeoordeling van transportnetwerken. In het derde deel passen we dan met de resultaten van de literatuurstudie de kwaliteitsbeoordeling toe.
    corecore