Atlas van XLVIII platen behoorende bij de Handleiding tot de paardenkennis voor de cadetten der cavalerie en artillerie

Abstract

Plaat I. Het geraamte van het paard. Plaat II. Spieren van den hals en den rug. Plaat III. Spieren van den hals, de borst en den buik. Plaat IV. Spieren van de voorbeenen. Plaat V. Spieren van de achterbeenen. Plaat VI. Spieren van den staart, den anus, de geslachtsorganen en van de achterbeenen. Plaat VIL Arabisch paard. Verdeeling der lichaamsstreken. Plaat VIII. Oud-Napolüaansch paard. Licht koetspaard. Stepper. Plaat IX. Anglo-Normandiër. Zwaar koetspaard. Plaat X. Fig. 1. Volkomen ramshoofd. » Fig. 2. Schaapshoofd. )> Fig. 3. Snoekshoofd. » Fig. A. Varkenshoofd. » Fig. 5. Wigvormig hoofd. » Fig. 6. Rhinoceroshoofd. Plaat XI. Belgisch paard (Condroz). Zwaar trekpaard. Plaat XII. Fig. 1. Hertenhals. Te hoog aangezet hoofd. » Fig. 2. Zwanenhals. Te laag aangezet hoofd. » Fig. 3. Korte en steile schouders. Plaat XIII. Hunter of Engelsch jachtpaard. Plaat XIV. "Renpaard. Plaat XV. Fig. 1. Normale schouder. » Fig. 2. Overladen schouder. i) Fig. 3. Zwakke, ronde knieën. » Fig. 4. Bokbeenigheid. i> Fig. 5. Holle knieën. Plaat XVI. Fig. 1, Ossenknieën. » Fig. 2. Wijd in de knieën.Plaat XVI. » Plaat XVII. » Plaat XVIII. Plaat XIX. » Plaat XX. Fig. 3. Fig. 4. *fy. 5. i%. 2. fty. 3. Lang gekoot. Steil gekoot. Overkoote stand. Zadelrug. Karperrug. Wolfslenden. Holle flanken. Sabelbeenen. Fig 1. Ovaal kruis. Recht kruis. Kruis met krachtige ontwikkeling van den oorsprong der buigers van den schenkel. Varkenskruis. Spits kruis. Horizontaal kruis. Gespleten of dubbel kruis. Fig. 2 Fig. 1 Fig. 2. Fig. 3. Fig. 1. Fig. 2. Plaat XXI. o Plaat XXII. Plaat XXIII. Rond of appelvormig kruis. Goed gebroekt. Slecht gebroekt. Wijdhakkig. Koehakkig. Toegespitst kruis. Een melktand. Een paardensnijtand. Paardensnijtand, waarvan de achterwand verwijderd is\. ten einde de kroonholte te doen zien. Overlangs en van voren naar achteren doorgesneden paardenland. Een paardensnijtand in slijting. Snijtanden der achlerkaak op den leeftijd van 6—8 dagen. Snijtanden der achterkaak op den leeftijd van 30—40 dagen. Snijtanden der achterkaak op den leeftijd van 6—10 maanden. Snijtanden der achterkaak op 3-jarigen leeftijd. Snijtanden der achlerkaak op A-jarigen leeftijd. Snijtanden der achlerkaak op 5-jarigen leeftijd. Snijtanden der achterkaak op b-jarigen leeftijd. Snijtanden der achterkaak op 1-jarigen leeftijd. Richting der paardensnijtanden in de achterkaak. Snijtanden der achterkaak op ü-jarigen leeftijd. Fig. 1. Fig. 2. Fig. 3. Fig. 4. Fig. \. Fig. 2. Fig. 3. Fig. 4. Plaat XXIV. i t » Fig. 5. » Fig. 6. » i%. 7. » i%. 8. Pto XJ5T. Fig. 1. ii Fig. 2. > Fig. 3. > F*#. 4. • Ify. 5. » Fig. 6. PZ«a< XX W. Fitf. 1. > Fig. 2. o Fi</. 3. » F«0. 4. ii . %. 5. Vormveranderingen der wrijf vlakte, naarmate de tand meer afslijt. Snijtanden der achterkaak op 'ê-jarigen leeftijd. Snijtanden der achterkaak op il-jarigen leeftijd. Snijtanden der achterkaak op l A-jarigen leeftijd. Fig. 1. Snijlanden der achterkaak op 11-jarigen leeftijd. Fig. 2. Snijtanden der achterkaak op 19-jarigen leeftijd. Fig. 3. Snijtanden der achterkaak op %l-jarigen leeftijd. Fig. i. Een volwassen haaktand. Fig. 5. Gedaanteverandering eener 10 jaar aanwijzende wrijf vlakte, nadat de tanden 20 ml. korter zijn gemaakt. Fig. 1. Groeve in den hoektand der bovenkaak op 10-jarïgen leeftijd. Fig. 2. Groeve in den hoektand der bovenkaak op 15—l&-jarigen leeftijd. Fig. 3. Groeve in den hoektand der bovenkaak op %l-jarigen leeftijd. Fig. 4. Groeve in den hoektand der bovenkaak op W-jarigen leeftijd. Plaat XXVII. Plaat XXVIII. Fig. 5. Groeve in op ongeveer 30-jarigen leeftijd. Paard, waarop eenige afmetingen zijn aangegeven. Fig. 1. Vierkant geplaatst paard. Fig. 2. Evenwichtshouding. Fig. 3. Verzamelde houding van het rijpaard. Fig. 4. Verzamelde houding van hel trekpaard. Fig. 5. Gestrekte hovding. Fig. 1. Regelmatige stand, van ter zijde gezien. Fig. 2. Regelmatige stand, van voren gezien. Fig. 3. Regelmatige stand, van achteren gezien. Reweging van het paard in stap. Reweging van het paard in draf. Beweging van het paard in galop. Beweging van het paard in den sprong. Houdingen bij het verplaatsen van zware lasten. Schoolgangen en schoolsprongen. Fig. 1. De passage of Spaansche draf. Fig. 2. De pesade. Fig. 3. De piaffe. Fig. 4. De schoolgalop. Fig. 5. De courbette. Fig. 6. De croupade. Fig. 7. De capriool. Fig. 8. De ballotade. Percheron. Hongaren. Brandmerken van onderscheidene stoeterijen en depots. Inwendige helft van een in de middellijn doorgesneden rechter voorhoef. Hoef, waarvan de hoornige koker verwijderd is. Ondervlakte van een hoef, waarvan de hoornige koker verwijderd is. Hoornige koker, van ter zijde en eenigszins van voren gezien. Ondervlakte van den rechter voorhoef. Hoef, waarvan de buitenwand is weggenomen. Rechter voorijzer, van onderen gezien. Rechter voor ijzer, van boven gezien. Linker achterijzer met stoot en kalkoenen. IJzertak, voorzien van een schroef gat met borst. IJzertak, voorzien van een schroef gat met verzinking. Scherpe schroefkalkoen. Scherpe kalkoen volgens Judson. Stompe kalkoen volgens Judson. Scherpe kalkoen volgens Dominik. Stompe kalkoen volgens Dominik. Hoefnagels, natuurlijke grootte. Balkijzer, van boven gezien. Hoefverwijder met sleutel. Hoef met ondergelegd verwijdingsijzer. Verticale doorsnede van de hoornige deelen van den hoef. Beslag legen ossenhoef. Instrumenten tot bevestiging van hoornscheuren door mid- del van agrafes. Knolhoef

Similar works

Full text

thumbnail-image

Utrecht University Repository

redirect
Last time updated on 14/06/2016

This paper was published in Utrecht University Repository.

Having an issue?

Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.