Holle Watering, gemeente Westland (ZH). Archeologisch onderzoek in de hoordgeul van de Gantel. IVO in de vorm van proefsleuven.

Abstract

In opdracht van Projectbureau Westlandse Zoom heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Holle Watering. Het gaat hier om een onderzoekslocatie op een perceel net ten zuiden van het riviertje/sloot de Groote Gantel. Het onderzoek richt zich op het bepalen van de aard, omvang, kwaliteit en datering van eventueel aanwezige archeologische complexen. Het rapport voorziet in een vakinhoudelijke waardering op basis waarvan de bevoegde overheid een selectiebesluit kan nemen in overeenstemming met het gemeentelijke monumentenbeleid.Twee sleuven zijn aangelegd in elkaars verlengde met een breedte van ongeveer 4 m en een totale lengte van ongeveer 140 m. Een lengte-profiel is hierbij gedocumenteerd. In het profiel zijn twee vegetatieniveaus aanwezig, waarbij de onderste waarschijnlijk uit de Romeinse tijd stamt en de bovenste uit de Nieuwe Tijd.Romeinse tijd tot late middeleeuwen Het lengte-profiel laat een vegetatiehorizont/bodem zien die op basis van de stratigrafie elders waargenomen de Romeinse bodem afdekt. Het blijkt dat de Gantel op de onderzoekslocatie ten tijde van de Romeinse tijd dusdanig verland was, zodat deze bodem kon ontstaan. Dit is een bekrachtiging voor het gegeven dat het Gantel-systeem voor een groot deel niet meer watervoerend was vanaf de Romeinse periode. Het blijft de vraag in hoeverre nog een restgeul actief is gebleven. Deze is in ieder geval niet op de onderzoeklocatie aangetroffen. Het niveau waarop sporen van bewoning en landgebruik verwacht mogen worden is aanwezig. De aard van het complextype (akker, velden, wilde graslanden) kon niet vastgesteld worden. Uit dit onderste vegetatieniveau is een groot fragment bot verzameld. Daarnaast is één mogelijk greppeltje aangetroffen.In de late middeleeuwen is het Gantelsysteem opnieuw actief. Boven deze afzetting lijkt nog een relatief dun pakket zandige klei te zijn afgezet waarop de sporen vanaf de Nieuwe Tijd zich bevinden.Nieuwe Tijd Op het gebied van bewoningssporen zijn de resultaten mager te noemen. Enkele off-site structuren dateren in de Nieuwe Tijd (mogelijk 18 /19e eeuw). De afrastering en ploegsporen verwijzen naar agrarisch gebruik. Het aardewerk laat zien dat de onderzoekslocatie evenwel in de 16 /17e eeuw in gebruik was. Dit is mogelijk in verband te brengen met de aanleg van boomgaarden en het begin van de tuinbouw in deze omgeving.De resultaten geven geen reden tot vervolgonderzoek ter hoogte van de onderzoekslocatie. De aanwezigheid van een vegetatieniveau dat aan de Romeinse periode is te koppelen, geldt als een belangrijk resultaat van dit onderzoek en heeft consequenties voor de monumentenzorg van het overige te ontwikkelen plangebied

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image