Op 18 en 19 juli 2007 heeft ADC ArcheoProjecten een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op de nieuwbouwlocatie tussen de Gramserweg en de Oude Postweg te Austerlitz. Op 26 november 2007 heeft nog een klein aanvullend proefsleuvenonderzoek plaatsgehad. Austerlitz is ontstaan uit het kampdorp behorende bij het Franse legerkamp dat hier in 1804 en 1805 gelegerd was. De onderzoekslocatie bevindt zich binnen de locatie van het Frans-Bataafse legerkamp, zodat eventuele sporen behorende bij dit kamp verwacht konden worden. In totaal zijn verspreid over het terrein acht proefsleuven (in het vervolg te noemen als werkputten) aangelegd (zie bijlage). De werkputten hebben slechts enkele archeologische sporen opgeleverd. Op basis van het weinige aangetroffen vondstmateriaal konden naar aanleiding van het onderzoek uitgevoerd op 18 en 19 juli mogelijk alleen een greppel/gracht of drinkpoel en een kuil worden toegeschreven aan de Napoleontische tijd. Tijdens het aanvullende onderzoek op 26 november werd echter duidelijk dat de mogelijke greppel/gracht of drinkpoel van recente aard is, namelijk een diep ingegraven kuil met hierin voornamelijk recent baksteenpuin. De in het veld aangewezen sporen zijn voor het overgrote deel van natuurlijke aard of van recente ouderdom. De werkputten 1, 5 en 7 zijn daarbij voor een deel tot in zijn geheel (werkput 5) tot grote diepte reeds vergraven. De natuurlijke verkleuringen in het vlak bestaan voornamelijk uit mangaanbanden die al dan niet recht naar beneden lopen en in het veld in eerste instantie als mogelijke paalgaten zijn geïnterpreteerd. Clusters of richtingen in deze mangaanvlekken zijn niet aan te geven, alsmede ontbreekt enig materiaal dat aan deze mangaanbanden valt te koppelen. Enkele van deze mangaanbanden kunnen mogelijk wel als paalgaten worden aangemerkt, maar de meeste zullen gezien hun grillige vorm een natuurlijke oorsprong hebben. Tijdens het aanvullende onderzoek bleek dat het merendeel van deze mangaanbanden natuurlijke verkleuringen betreft. Op basis van de magere resultaten wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. De sporen zijn niet duidelijk genoeg en er zijn te weinig vondsten om een nader onderzoek op dit kleine deel van het legerkamp aan te bevelen. Daarbij blijkt op een deel van het terrein de ondergrond diep geroerd. Dit is tevens op de plekken waar op basis van historisch kaartmateriaal mogelijke gebouwstructuren waren te verwachten. Op basis van dit onderzoek is geen nader inzicht in het legerkamp verkregen, anders dan dat al uit de historische bronnen naar voren is gekomen