De dood laat niet met zich sollen. Maar daar waar de dokter uit het sprookje van
het begin zich moest behelpen met een kruidendrankje en de influisteringen
van zijn bijzondere oom, stel ik vast dat onze dood inmiddels behoorlijk maakbaar
en redelijk bespreekbaar is geworden. Dat is de basis voor voortgaande gedachtevorming,
discussie, onderzoek en verbetering van de praktijk. Er zijn bijvoorbeeld
duidelijke aanwijzingen dat er nog teveel bewuste en onbewuste onbekwaamheid
en onhandigheid is bij zorgverleners, en dat er nog teveel onzekerheid en onvervulde
behoeften zijn bij patiënten en hun familie. Bovendien is er nog onvoldoende kennis
over de omvang, aard, oorzaken en gevolgen van passende en niet-passende zorg in
de laatste levensfase. En het is een cliché, maar we gaan maar één keer dood, dus het
kan niet over als het niet goed is gegaan. Onderzoek heeft al veel aanknopingspunten
voor verbetering opgeleverd, zowel wat betreft adequate behandeling van symptomen
als wat betreft methoden voor goede besluitvorming en communicatie. Onze eigen,
veelal in samenwerking lopende projecten op het gebied van palliatieve sedatie,
medicatiegebruik, zorg in het ziekenhuis en de bijdrage van consultatieteams, ook wat
kostenbesparingen betreft, communicatie en besluitvorming, prognostiek, en zorg
in de stervensfase zullen verder bijdragen aan onze kennis op dit gebied. We sluiten
daarmee graag aan bij een van de strategische doelstellingen van het Erasmus MC,
‘zichtbaar betere zorg’, niet alleen door sterftecijfers zo laag mogelijk te houden
en daardoor als ziekenhuis hoog op ranglijstjes terecht te komen, maar ook door
passende zorg te bieden als het overlijden onvermijdelijk is geworden. Ook door de
verdere ontwikkeling van onderwijs voor geneeskundestudenten en post-academisch
onderwijs voor artsen en onderzoekers wil ik daar graag mijn bijdrage aan leveren