Steden en kennisinstellingen

Abstract

Welke positieve effecten mag een stad verwachten van een hogeschool of een universiteit binnen de stadsgrens? Deze vraag heeft recent veel aandacht gekregen, zowel in beleid als in wetenschap. De effecten vallen grofweg in twee categorieën uiteen. Ten eerste zorgen deze onderwijsinstellingen voor een constante stroom van afgestudeerden. Anders gezegd: zij zorgen voor het beschikbaar komen van de productiefactor human capital in de stad. De aanwezigheid van jonge afgestudeerden heeft zowel directe effecten (via een hogere arbeidsproductiviteit) als indirecte effecten (leereffecten, ondernemerschap en de sociale stijging van lager opgeleiden). Het is dan ook in het belang van gemeenten om deze hoogopgeleide jongeren aan zich te binden. Voor veel steden is dit ook een expliciete beleidsdoelstelling. Ten tweede produceren hogescholen en universiteiten nieuwe kennis in hun onderzoeksprogramma’s. Van oudsher was dit het domein van de universiteit, maar ook aan hogescholen worden steeds omvangrijker onderzoeksprogramma’s uitgevoerd, vooral georganiseerd rondom lectoraten. Als kennisinstellingen deze kennis voor het lokale bedrijfsleven toegankelijk maken (valorisatie), bijvoorbeeld via samenwerking tussen wetenschappers en bedrijven in kenniskringen, kan dit leiden tot innovaties en verhoogde productiviteit. Het valoriseren van kennis is ook een belangrijk mechanisme waarmee het positieve effect van kennisinstellingen op de lokale economie kan worden vergroot.

    Similar works