Staff emotions, beliefs, and reactions towards challenging behaviour of clients with a severe or profound intellectual disability

Abstract

Greet Lambrechts, Emoties, overtuigingen, en reacties van begeleiders te n opzichte van probleemgedrag van cliënten met een ernstig of diep verst andelijke beperking. Proefschrift aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Doctor in de Pedagogische Wetenschappen, 2010. Promotor: Prof. Dr. Bea Maes Een belangrijke factor in het ontstaan en het blijven voortduren van pro bleemgedrag, is de interactie tussen een individu met een verstandelijke beperking en zijn of haar begeleider. Reacties van begeleiders ten opzi chte van probleemgedrag worden beïnvloed door een combinatie van gedrags factoren, cognitieve factoren en factoren aangaande het welbevinden van begeleiders en hun emoties. Cognitieve factoren impliceren overtuigingen van begeleiders over wat probleemgedrag is, wat het veroorzaakt en hoe het best aangepakt kan worden. Tot factoren inzake het welbevinden van b egeleiders en hun emoties behoren variabelen als psychologisch welbevind en, copingstrategieën, zelfverzekerdheid, geuite emoties en emotionele r eacties. Het doel van dit proefschrift was het nagaan van emoties en ove rtuigingen van begeleiders aangaande probleemgedrag van cliënten met een ernstig of diep verstandelijke beperking en de relatie tussen deze vari abelen en reacties van begeleiders. Algemeen wordt aangenomen dat overtu igingen van begeleiders ten opzichte van probleemgedrag een invloed hebb en op de manier waarop ze omgaan met cliënten die probleemgedrag vertone n. Aan de andere kant heeft probleemgedrag een aversieve connotatie en k an er verwacht worden dat begeleiders negatieve gevoelens vertonen ten o pzichte van probleemgedrag en dat die emoties op hun beurt ook het gedra g van begeleiders beïnvloeden. Tot nu toe werden vooral cognitief-emotio nele modellen van begeleidergedrag gebruikt in dit onderzoeksdomein. Dit proefschrift bestaat uit vijf manuscripten die gepubliceerd of ingedien d zijn in een internationaal tijdschrift. In het eerste manuscript wordt een systematisch overzicht gegeven van de bestaande literatuur over variabelen die een invloed hebben op react ies ten aanzien van probleemgedrag van cliënten met een verstandelijke b eperking. De verschillende aspecten die bijdragen tot de complexiteit va n dit onderzoeksdomein worden op een rijtje gezet en de suggestie wordt gegeven om in de toekomst gebruik te maken van het kader van Hastings (2 005). In de volgende twee manuscripten werd een vragenlijstonderzoek opg ezet, rekening houdend met verschillende methodologische opmerkingen. In het tweede manuscript werd het voorkomen van zelfverwondend gedrag, agressief/destructief gedrag, en stereotiep gedrag, gerapporteerd door b egeleiders, onder de loep genomen. We vergeleken de antwoorden van versc hillende begeleiders over dezelfde cliënt en kwamen tot het besluit dat begeleiders verschillen in hun rapportage over de frequentie van problee mgedrag. Een gedeelte van deze variabiliteit werd verklaard door verschi llen in begeleidervariabelen. In het derde manuscript werden de emoti es, overtuigingen en reacties van begeleiders ten opzichte van probleemg edrag en eventuele relaties tussen deze variabelen onderzocht. We gingen na of er op een verschillende manier gerapporteerd werd over verschille nde types van probleemgedrag en of verschillende reacties van begeleider s gerelateerd waren aan verschillende types van probleemgedrag. Verder o nderzochten we mogelijke associaties tussen reacties van begeleiders en probleemgedrag en tussen emoties van begeleiders en probleemgedrag. Ten slotte testten we of de attributietheorie van Weiner toepasbaar is in de ze context. We vonden bepaalde associaties tussen reacties van begeleide rs en probleemgedrag, en tussen emoties van begeleiders en probleemgedra g. Zoals in eerder onderzoek, konden ook onze resultaten de attributieth eorie niet bevestigen. Omdat begeleidergedragingen ten opzichte van prob leemgedrag zo belangrijk zijn en omdat er nood is aan onderzoek naar dez e gedragingen in de dagdagelijkse omgeving, hebben we een observatiestud ie opgezet. In het vierde manuscript onderzochten we de sequentiële a ssociaties tussen probleemgedrag en reacties van begeleiders. Begeleider s maakten veel gebruik van verbale reacties en reacties nodig om het pro bleemgedrag te stoppen. Een uitgebreide lijst met mogelijke concrete en observeerbare reacties van begeleiders werd opgesteld. En opnieuw werden relaties tussen bepaalde types van probleemgedrag en reacties van begel eiders gevonden. In manuscript vijf werd de exacte betekenis van de c oncepten emoties, overtuigingen en reacties ten opzichte van probleemged rag en mogelijke relaties tussen deze concepten onderzocht via interview s met de begeleiders. Begeleiders vertelden dat ze vaak bezig waren met de interventies die nodig waren wanneer cliënten probleemgedrag vertoond en. Het grootste gedeelte van deze gedachten behoort tot de overtuiginge n van begeleiders die al opgenomen zijn in eerder onderzoek. Er zijn ech ter nog bepaalde vragen en onzekerheden die een belangrijke rol spelen b ij het werk van begeleiders die van een andere orde zijn en nog niet ond erzocht werden in het verleden. Verder werd het vooral via de resultaten over mogelijke relaties tussen emoties en reacties en tussen overtuigin gen en reacties duidelijk dat er in de toekomst andere invalshoeken nodi g zijn in dit onderzoeksdomein. De resultaten van dit proefschrift hebben theoretische en methodologisch e implicaties en openen nieuwe wegen voor verder onderzoek. Ook werden e r interessante en relevante aspecten voor de praktijk aangehaald.status: publishe

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions