In een van de eerste voorstellingen van Neerlands Hoop in Bange Dagen begon Freek
de Jonge een item met de opmerking: “De mensen vragen mij wel eens: “maken
jullie wel eens iets mee?”” Hij vertelde dan verder dat zij nooit iets meemaakten, en
gaf daar een voorbeeld van. Aan mij daarentegen wordt zelden of nooit gevraagd of
ik wel eens iets meemaak. Wel wordt mij regelmatig gevraagd wat voor werk ik doe,
waarop ik dan “wetenschappelijk onderzoek” antwoord. Daarop wordt meestal een
nadere uitleg gevraagd, een enkele keer letterlijk in de vorm: “En wat doe je dan zo
de hele dag ?”. Nadat ik geprobeerd heb dat duidelijk, maar toch kort uit te leggen,
want een zap-moment is altijd nabij, volgt soms nog een vraag, ingegeven door mijn
vermelding dat ik dit al 34 jaar doe, namelijk: “En hoe kun je daar dan zolang mee bezig
zijn ?” In deze rede zal ik proberen aan de hand van een aantal voorbeelden die twee
vragen te beantwoorden. Als dat lijkt op een verantwoording, dan ligt dat in de lijn
van het motto van mijn proefschrift uit 1977, dat luidde: “dit proefschrift is opgedragen
aan het Nederlandse Volk, dat ervoor betaalde” |1. Zo’n verantwoording hoeft gelukkig
niet saai te zijn: we zullen in vogelvlucht zien hoe een fysicus het urinewegensysteem
beschouwt, en voorbeelden van fysische onderzoek aan de urinewegen, en we zullen
ook wat uitstapjes maken om in korte intermezzi aspecten van het wetenschappelijk
onderzoekbedrijf te bekijken die bijdragen aan het beantwoorden van de gestelde
vragen.Rede,
in verkorte vorm uitgesproken bij
de aanvaarding van het ambt van
bijzonder hoogleraar in de Fysica van de Urinewegen
aan het Erasmus MC, faculteit van de
Erasmus Universiteit Rotterdam,
op 6 juni 200