De aard en omvang van de internationale migratie heeft in de laatste
decennia aanzienlijke veranderingen doorgemaakt, zo ook in België. Voor een
deel van de wereldbevolking hebben ontwikkelingen van de afgelopen jaren
geleid tot een toename van hun mobiliteit. Terwijl de grenzen binnen Europa
grotendeels zijn verdwenen, wordt het – voor inwoners uit de meeste landen
van de wereld – echter steeds moeilijker om Europa binnen te komen. Het
Europese vreemdelingenbeleid is restrictiever geworden en er is sprake van
etnische stratificatie op basis van verschillende verblijfsstatussen (Engbersen
et al., 2007). Het nationale en – deels ook Europese – migratiebeleid
beïnvloedt de sociale positie en de maatschappelijke kansen van
verschillende typen migranten. Zo zijn er migranten met volledige
burgerschapsrechten, migranten met gedeeltelijke rechten (bijvoorbeeld
asielzoekers die nog in procedure zijn) en migranten die geen of zeer
beperkte rechten hebben. Deze laatste categorie wordt in België veelal
aangeduid met de term ‘mensen zonder papieren’, of ‘mensen zonder wettig
verblijf’. Deze mensen bezitten zeer geringe rechten, omdat zij uitgesloten
zijn van de formele arbeidsmarkt en maar in beperkte mate kunnen rekenen
op steun van publieke voorzieningen