Inleiding.
Al sinds begin jaren negentig is duidelijk dat ‘burgerschap’
terug is van weggeweest (Kymlicka en Norman
1994; Van Gunsteren 1998). Nog steeds staat
het begrip centraal in de aandacht in wetenschap
en beleid. Daarbij valt op dat sociale wetenschappers
interesse hebben in vormen van burgerschap
die het traditionele staatsburgerschap overstijgen,
terwijl beleidsmakers en politici eerder neigen naar
een verzwaring van dat nationaal staatsburgerschap
met nieuwe dimensies. Sociologen analyseren en
pleiten bijvoorbeeld voor ‘transnationaal burgerschap’
(Bauböck 1994; Soysal 1994; Sassen 2006),
voor ‘kosmopolitisch burgerschap’ of voor ‘wereldburgerschap’
(Habermas 1996; Dower 2000; Falk
2003; Benhabib 2004). Saskia Sassen constateert
een denationalisering van burgerschap ondanks
gelijktijdige pogingen tot renationalisering ervan
(Sassen 2006, 22)