research

Arbeidsongeschiktheid: een multidisciplinaire benadering

Abstract

Op 1 juli 1967 trad de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in werking. Naar achteraf gebleken is een historische dag in de ontwikkeling van de sociale zekerheid. De WAO trad in de plaats van de als verouderd beschouwde Ongevallenwetten en Invaliditeitswetten.1 De belangrijkste kenmerken van deze nieuwe wet zijn de volgende: - de minimaal vereiste arbeidsongeschiktheidsgraad om, na een jaar wachttijd gedurende welke een Ziektewetuitkering wordt genoten, voor een uitkering in aanmerking te komen is 15%; - bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid waarop het uitkeringspercentage wordt gebaseerd, wordt rekening gehouden met de uit handicap voortvloeiende verminderde kans op werkgelegenheid; - de uitkering bedraagt afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid, waarin de arbeidsmarktsituatie verdisconteerd is, een percentage van het laatst verdiende loon, welk percentage maximaal 80% bedraagt;2 - de uitkeringen worden twee maal per jaar aangepast aan de stijging (of dating) van de lonen; - de sociaal-medische en arbeidsdeskundige onderdelen van de uitvoering zijn bij uitsluiting opgedragen aan de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD). Dit betekent dat deze dienst onder meer belast is met de adviezen inzake de mate van arbeidsongeschiktheid en de revalidatieactiviteiten. Dat alles betekende een belangrijke verbetering ten opzichte van de doorde WAO vervangen arbeidsongeschiktheidswetten

    Similar works