De gelijkenissen tussen 1967 — het jaar dat Het onbehagen bij de vrouw
verscheen — en 2011 zijn frappant, vindt Ingrid Robeyns: de beperkte
ambities van de Nederlandse vrouw in de publieke sfeer, de moeizame
combinatie van arbeid en zorg, en het bestaan van een conservatieve
dominante ideologie over moederschap en vaderschap