thesis
Innovatie en productiviteit: het Solow-residu ontrafeld
- Publication date
- 10 November 2011
- Publisher
- Arbeidsproductiviteitsgroei ligt ten grondslag aan welvaartsgroei in een land. Een belangrijke
vraag is hoe de arbeidsproductiviteitsgroei wordt bepaald. Op dit terrein bestaat nog
veel onduidelijkheid in de wetenschappelijke literatuur. Dit proefschrift biedt vergaand
inzicht in de determinanten van de arbeidsproductiviteitsgroei.
Het ontrafelen van het Solow-residu is als thema gekozen voor het proefschrift. Dat residu
stamt uit een artikel van Robert M. Solow uit 1957. Het geeft het deel van de arbeidsproductiviteitsgroei
weer dat resteert nadat de bijdrage daaraan van de groei van de hoeveelheid
fysiek kapitaal per eenheid arbeid in mindering is gebracht met behulp van de door
Solow ontwikkelde groeiboekhoudingsmethodiek. Innovatie en een toenemend kennisniveau
van de beroepsbevolking zijn centrale factoren achter het Solow-residu. Hoewel
hiermee in globale zin bekend is hoe het Solow-residu kan worden verklaard, geeft de
literatuur een diffuus beeld van de mechanismen die daarbij van toepassing zijn en van
de effecten die verschillende variabelen hebben op de arbeidsproductiviteitsontwikkeling.
In dit proefschrift wordt nagestreefd om helderheid te verkrijgen op tal van punten.
Hierbij wordt zo veel mogelijk voortgebouwd op sterke punten uit reeds beschikbaar
onderzoek. Verschillende puzzelstukjes worden in elkaar gelegd, om te komen tot een
breed geïntegreerd beeld van de rol die verschillende variabelen en mechanismen spelen
bij de arbeidsproductiviteitsontwikkeling.
Het proefschrift gaat diep in op de mechanismen achter de invloed van innovatie op de
arbeidsproductiviteitsgroei. Verschillende (semi-)endogene groeitheorieën die technologische
ontwikkeling als kracht achter de arbeidsproductiviteitsgroei beogen te verklaren
op basis van Research & Development (R&D) als input voor innovatie, worden empirisch
getoetst. Die empirische toetsing vindt plaats op het wereldwijde niveau, omdat de (semi-)
endogene groeimodellen vooral op dat niveau van toepassing zijn. De uitkomst hiervan
wordt vervolgens benut bij een uitgebreide empirische analyse ter verklaring van de
arbeidsproductiviteitsontwikkeling op het niveau van individuele landen. Daarnaast worden
de R&D-uitgaven van bedrijven empirisch verklaard als belangrijke factor voor innovatie
bij de verklaring van de arbeidsproductiviteitsontwikkeling. De empirische analyses
vinden plaats met tijdreeksen voor 20 OECD-landen over de periode 1970-2006. Er wordt
geëindigd met een decompositie van de arbeidsproductiviteitsgroei voor Nederland
en drie andere landen. Daarin worden de bijdragen van diverse factoren aan de arbeidproductiviteitsgroei
– en onderliggend de R&D-uitgaven van bedrijven – gekwantificeerd voor
de volledige periode 1970-2006 en subperioden daarbinnen. Dat leidt tot een kwantitatieve
ontrafeling van het Solow-residu, nadat in eerdere delen van het proefschrift fundamenten
zijn gelegd met een theoretische ontrafeling van mechanismen en determinanten.