thesis
De operatieve behandeling van pancreatitis
- Publication date
- 10 June 1981
- Publisher
- Over de operatieve behandeling van zowel de acute haemorrhagische
necrotiserende pancreatitis (A.H.N.P.) als de chronische pancreatitis
bestaan nog verschillende opvattingen. Hoewel het twee duidelijk verschillende
ziektebeelden van hetzelfde orgaan zijn, hebben ze gemeen.
dat de conservatieve therapie veelal faalt en dat nog steeds gezocht
wordt naar de juiste indicatie en soort operatie.
Op de chirurgische afdeling van het Academisch Ziekenhuis Dijkzigt in
Rotterdam werd enige jaren geleden gekozen voor een vrij agressieve
operatieve benadering van deze beide ziektebeelden. In dit proefschrift
zal van de resultaten van deze benadering verslag gedaan worden.
De acute haemorrhagische necrotiserende pancreatitis (A.H.N.P.) en
de chronische pancreatitis zijn zoals gezegd, ondanks mogelijke overeenkomsten
in de oorzaken van het ontstaan, de pathofysiologie en de
klinische symptomatologie. twee los van elkaar staande ziektebeelden.
Met name is de problematiek die optreedt bij zowel de diagnostiek als
de behandeling zo totaal verschillend. dat het omwille van de duidelijkheid
verstandig leek om beide ziektebeelden in een afzonderlijk
deel van dit proefschrift te bespreken.
Zo worden in hoofdstuk 1 t/m 5 de diagnostiek en de mogelijke behandelingen
van A.H.N.P. aan de hand van eigen ervaringen en literatuurgegevens
besproken. De bespreking spitst zich toe zowel op een
vroegtijdige differentiatie tussen acute oedemateuze pancreatitis en
A.H.N.P. als op het feit dat het niet bekend is of, en zo ja hoe, een
oedemateuze pancreatitis kan overgaan in een A.H.N.P. Verder komen
verschillen van inzicht ter sprake omtrent de keuze van de operatieve
behandeling en het tijdstip waarop deze operatieve behandeling
het beste kan plaats vinden.
In hoofdstuk 6 t/m 9 worden de diagnostiek en de mogelijke behandelingen
van chronische pancreatitis aan de hand van eigen ervaringen
en literatuurgegevens besproken. Bij chronische pancreatitispatiënten
is, in tegenstelling tot bij de A.H.N.P., een veel uitgebreider diagnostiek
noodzakelijk zowel naar de lokalisatie van de afwijkingen als naar
de aanwezigheid van een exocriene of endocriene pancreasinsufficiëntie.
De problemen bij de behandeling worden vooral veroorzaakt door
persisterende pijn en gewichtsverlies.