Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase

Abstract

In opdracht van Gemeente Alphen aan den Rijn heeft IDDS Archeologie in augustus 2019 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in de Dorpskern van Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat er in het plangebied twee potentiële archeologische niveaus aanwezig is. Het onderste niveau betreft de top van de afzettingen behorende bij de oeverzone. Het bovenste niveau betreft de bouwvoor aan de basis van het ophoog-/geroerd pakket en de top van de afzettingen behorende bij de opgevulde binnenbocht en opgevulde geul. Op basis van de resultaten van het onderzoek kan het plangebied voor het advies worden verdeeld in vier zones (zie Bijlage 11). • Voor zone 1 (rondom de kerk) wordt vervolgonderzoek geadviseerd indien bodemverstoringen dieper reiken dan 0,1 m – mv/ 0 m NAP. • Voor zone 2 (straten gelegen in de oeverzone) en zone 3 (locaties met bebouwing volgens het kadastrale Minuutplan) wordt vervolgonderzoek geadviseerd indien bodemverstoringen dieper reiken dan 0,3 m – mv/ -0,4 m NAP. • Voor zone 4 (overig) wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Op basis van de bestaande archeologische verwachting en op basis van Prospectie op Maat: http://pom.rce.rnatoolset.net/#/, in combinatie met de diepte en de aard van de civieltechnische ingrepen (rioleringswerkzaamheden tot een geschatte diepte van 2,0 m -mv), adviseert IDDS Archeologie een archeologische begeleiding gelijktijdig met deze ingrepen voor alle zones. IDDS Archeologie adviseert om bij een archeologische begeleiding rekening te houden met de verschillende potentiële niveaus per zone (zie Bijlage 11). Zo adviseren we om in zone 1 rekening te houden met twee potentiële archeologische niveaus (bovenste niveau vanaf 0,1 m – mv/ 0 m NAP, onderste niveau vanaf 0,3 m – mv/ -0,4 m NAP. Voor zone 2 kan er één potentieel archeologisch niveau worden verwacht (vanaf 0,3 m – mv/ -0,4 m NAP). Voor zone 3 adviseren we om rekening te houden met één potentieel archeologisch vlak (0,1 m – mv/ 0 m NAP). Voor zone 4 adviseren we geen vervolgonderzoek indien de grondroerende activiteiten zullen plaatsvinden tot maximaal 2,0 meter onder maaiveld aangezien er een zeer lage kans is dat er nog intacte archeologische niveaus aanwezig zijn. Bovendien adviseert IDDS archeologie om bij deze archeologische begeleiding rekening te houden dat de top van het potentiële archeologische niveau in alle zones aanwezig kan zijn tot 1,2 m -mv / -1,5 m NAP en dat archeologische resten en sporen aanwezig kunnen zijn bovenop, in en direct onder dit niveau. Voor dat deel van de ondergrond dat zich bevindt vanaf het maaiveld tot 0,1 meter onder maaiveld adviseert IDDS archeologie geen vervolgonderzoek aangezien er in dat deel geen relevante archeologische niveaus zijn aangetroffen

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image