van Slooten, Ymkje

English

In het eerste deel van dit proefschrift worden Fontan patiënten beschreven die bij de geboorte slechts één werkzame hartkamer (pomp) hebben. Deze jonge kinderen moeten een aantal open hartoperaties ondergaan waarbij omleidingen rondom het defecte hart worden aangelegd. Deze operaties vinden al op zeer jonge leeftijd plaats waardoor slechts kleine buizen gebruikt kunnen worden voor de omleidingen. Een deel van deze kinderen wordt te groot voor de omleidingen en moeten opnieuw geopereerd worden. Om dit te voorkomen stellen wij een bepaalde volgorde van operaties voor waardoor de kinderen meer tijd krijgen om te groeien en er mogelijk grotere buizen geimplanteerd kunnen worden. In het tweede deel van dit proefschrift beschrijven wij de gevolgen van de implantatie van een kunstklep in patienten met aangeboren hartafwijkingen (AHA) die nu volwassen zijn. Patiënten met AHA hebben vaak afwijkende hartkleppen die reden zijn voor operatie. In veel gevallen moet dan een kunstklep worden geïmplanteerd. Dit kan een klep zijn die gemaakt is van kunstmateriaal of een biologische klep (meestal een varkensklep of menselijke donorklep). Patiënten met een AHA en een kunstklep verschillen van patiënten met verworven afwijkingen die een kunstklep hebben. Ze zijn jonger, ze zijn actiever, en ze hebben andere hartziekten. Patiënten met AHA worden met de huidige operatieve technieken en intensieve zorg steeds ouder en wij zien dat bijna 50% te maken krijgt met complicaties van de kunstklep. Deze lange termijn complicaties waren nog niet eerder op deze schaal in kaart gebracht en staan in verschillende hoofdstukken in dit proefschrift beschreven.In the first part of this thesis we describe Fontan patients that only have one functional heart chamber when they are born. These young patients require multiple open heart surgeries to partially bypass the defective heart. As these bypasses are implanted at a very young age, only small conduits can be used. Some of the children may eventually outgrow their bypasses which necessitates reoperation to implant a larger conduit. In order to prevent this we propose a particular sequence of operations to allow the Fontan children to grow so a large enough conduit may be implanted in the first place. In the second part of this thesis we describe the long-term consequences of a prosthetic heart valve in patients with congenital heart disease (CHD) that are now adult. Patients with CHD often have valve defects that necessitate operative replacement of a valve with a mechanical or biological (e.g. porcine) prosthesis. Patients with CHD differ from adults with acquired valve disease: they are younger, they have a more active lifestyle, and they have different underlying disease. Due to incredible progress within the care delivered to these CHD-patients, more and more patients survive into adulthood. However, we now see that almost 50% has to deal with long-term complications in connection to the prosthetic heart valve. We are the first to report the long-term complications in adult patients with CHD on such a scale

ARTS repository - University of Groningen

   University of GroningenCardiovascular prostheses in congenital heart diseasevan Slooten, YmkjeIMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.Document VersionEarly version, also known as pre-printPublication date:2014Link to publication in University of Groningen/UMCG research databaseCitation for published version (APA):van Slooten, Y. (2014). Cardiovascular prostheses in congenital heart disease. [S.n.].CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license.More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne-amendment.Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.Download date: 08-06-2022STELLINGENbehorende bij het proefschriCardiovascular Prostheses in Congenital Heart DiseasedoorYmkje J. van Slooten1. Het behoud van addi onele longflownaast de bidirec onele cavopulmonale shunt kaneen kind meer jd geven om te groeien voorafgaand aan de totale cavopulmonaleconnec e.Dit proefschri2. De hoeveelheid addi onele longflownaast de bidirec onele cavopulmonale shunt kangeschat worden met behulp van een theore sch rekenmodel.Dit proefschri3. Bijna de hel van de volwassen pa ënten met een hartklepprothese wegens eenaangeboren hartafwijking krijgt te maken met klepgerelateerde complica es.Dit proefschri4. De informa e op de maatlabel van een hartklepprothese is beperkt en doet af aan detransparan e om klepprothesen van verschillende fabrikanten direct te vergelijken.Dit proefschri5. Pa ënten met een aangeboren linkszijdige obstruc eve laesie en eenmitralisklepprothese hebben meer kans op klepgerelateerde complica es zoalspa ënt-prothese mismatch.Dit proefschri6. Mechanische pulmonalisklepprothesen vormen een alterna ef voor biologischeprothesen in een geselecteerde pa ëntenpopula e.Dit proefschri7. Een rela ef te kleine aortaklepprothese (pa ënt-prothese mismatch) hee eennega ef effect op het inspanningsvermogen van een pa ënt met een aangeborenhartafwijking.Dit proefschri8. Scheidsrechterlijke dwalingen zijn arbitrair.Dirk A. van Slooten9. Als je in alles wilt excelleren, moet je jezelf voorbereiden op teleurstellingen.Tjark Ebels10. In science generally, to solve one set of problemsmay be to create or discover a wholenew set, and of no science is this more true than in medicine.George P. ElliotGroningen, 3 november 2014

Cardiovascular prostheses in congenital heart disease

https://pure.rug.nl/ws/files/14152471/Propositions.pdf

Cardiovascular prostheses in congenital heart disease

Abstract

Similar works

Full text

Available Versions

ARTS repository - University of Groningen