Rüschoff, Britta

English

Het onderzoek in dit boek gaat in op de samenhang tussen relaties met leeftijdsgenoten en de keuzes en het gedrag van jongeren en jongvolwassenen op verschillende momenten gedurende de overgang naar werk.De resultaten laten zien dat de doelen die Jongeren binnen de klas in de omgang met leeftijdsgenoten nastreven en hun acceptatie binnen de klas significant gerelateerd zijn aan hun werkgerelateerde waarden. De resultaten laten verder zien dat werkzoekende jongeren van wie de vrienden hun eigen kansen en vaardigheden op de arbeidsmarkt positiever inschatten meer sollicitatiegedrag laten zien, vaker een baan aangeboden krijgen, en een grotere kans hebben om de overgang van school naar werk succesvol af te ronden.Het hebben van een (eerste) baan wordt verder vaak beschouwd als een ‘keerpunt’ in de mate waarin jongeren normafwijkend of delinquent gedrag vertonen. Dit blijkt niet altijd het geval. Vooral jongeren die in de vroege adolescentie al werken en jongeren uit etnische minderheden en met een lage sociaal-economische status blijken meer delinquent gedrag te vertonen wanneer zij werken dan wanneer zij niet werken. Het blijkt ook dat afwijkend gedrag onder jongvolwassenen nog maar weinig statusvoordelen heeft. Onder jongvolwassenen wordt een hoge status binnen de klas sterker door hun affectieve relaties met klasgenoten en hun prosociaal gedrag gekenmertk dan door hun reputatie als populair of hun aggressief of normafwijkend gedrag. Loopbaanbegeleiders en leerkrachten kunnen van de bevindingen uit deze studies profiteren door in hun begeleiding een duidelijkere nadruk op de rol van leeftijdsgenoten te leggen.This book takes a relational approach to career development and addresses the question how peer relationships affect young people’s transition from school to work. The insights of this book support the notion that social relationships affect young people’s early career trajectories and that this also holds for relationships with peers.The results show that young people’s goals and relationship experiences with peers are associated with their work values and thereby their subsequent preferences for certain vocational contexts over others. It has further been shown that peers can stimulate the active engagement in career-directed activities. Being embedded in a network of efficacious peers (i.e., peers who hold positive beliefs about their own capabilities of finding employment) proved to be beneficial even beyond the school context as it increased young people’s chances of having successfully completed the transition from school to work or follow-up education three years later. Results further show that the approaching onset of employment can act as a turning point in how young people evaluate their peers’ aggressive and norm-breaking behavior and in how such behaviors are rewarded with a high status position in the peer group. However, the timing of employment appears to be important in young people’s engagement in delinquent behavior, as employment in early adolescence was associated with higher rather than lower engagement in delinquent behavior.Mentors and practitioners working with young people in the transition to work may benefit from these insights and more explicitly draw on the peer context when providing guidance and counseling

ARTS repository - University of Groningen

Peers in careers:Peer relationships in the transition from school to work

https://pure.rug.nl/ws/files/19746108/Chapter_6.pdf

Peers in careers:Peer relationships in the transition from school to work

Abstract

Similar works

Full text

Available Versions

ARTS repository - University of Groningen