In opdracht van de gemeente Texel heeft Vestigia Archeologie & cultuurhistorie een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in het centrum van Den Burg (afbeelding 4, rode contour). Het onderzoek omvat een Bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO). De gemeente Texel heeft, in een interactief proces, voor het centrum van Den Burg een ontwikkelingsvisie opgesteld, ‘Ruimte voor het Hart’ genaamd. Het plangebied omvat onder andere de Groeneplaats, Vismarkt en het Park (voormalige Wezentuin). Dit zijn de grootste onbebouwde ruimten in het centrum van Den Burg. In de ontwikkelingsvisie zijn een aantal ontwikkelingsmodellen uitgewerkt. Het voorkeursmodel behelst onder andere de bouw van patiowoningen (aan de Burgwal), appartementen (Parkstraat), centrumfuncties (Groeneplaats en Parkstraat), herinrichting van de open ruimten (Groeneplaats en het Park) en het aanpassen van het profiel van de Parkstraat.
Gaafheid
Het bureauonderzoek naar de fysieke gaafheid met betrekking tot het centrum van Den Burg en in het bijzonder het plangebied ‘Ruimte voor het Hart’ heeft het volgende opgeleverd. Op basis van 34 indexpunten, die zijn gedestilleerd uit het archeologische onderzoek in de afgelopen decennia, is een eerste indruk ontstaan van de opbouw van het centrumgebied. In de opbouw kunnen grofweg vier lagen worden onderscheiden. De eerste, bovenste laag betreft de recent verstoorde toplaag die in dikte varieert van 0,4 tot 2,00 m. Tussen de toplaag en de bodemkant van de diepst gelegen laag 4 (dekzand met bewoningssporen uit de prehistorie en later), liggen laag 2 en 3 die respectievelijk ophogingslagen en sporen bevatten uit de Late Middeleeuwen en de Vroege Middeleeuwen. Tot laag 2 hoort specifiek de laat-middeleeuwse omgrachting uit 1346. Tot laag 3 behoort specifiek de vroeg-middeleeuwse ringwal, die grotendeels binnen de omgrachting van 1346 is gelegen. Door de wisselende dikte van laag 2 en van laag 3 is het niet goed mogelijk een dikte voor beide lagen aan te geven.
Beide pakketten zijn tezamen zo’n 1 tot 1,5 m dik.
Het bodemarchief in het Park
Het inventariserend veldonderzoek in het Park heeft aangetoond dat het bodemarchief ter plaatse in goede conditie is. Het verloop van de vroegmiddeleeuwse grachten is echter anders dan op basis van Woltering (2002) wordt verondersteld. Bovendien blijkt centraal over het burgterrein een gracht te hebben gelopen, waardoor de suggestie wordt gewekt dat het burgterrein in de Vroege Middeleeuwen op een bepaald moment uit twee omgrachte delen bestond, het terrein rond de kerk uit ca. 860, en het bijbehorende (?) hof ten zuiden daarvan. Op dit moment is het niet goed mogelijk een eenduidige conclusie te trekken over het verloop van de grachten. Een beter te interpreteren beeld kan alleen na voorgezet systematisch booronderzoek worden verkregen.
Aantasting
De aantasting van de gaafheid van het projectgebied is door middel van een bureauonderzoek en een beperkt inventariserend veldonderzoek verkend. De aantasting bestaat voornamelijk uit opgravingsputten en de fundering en onderkeldering van enkele subrecente gebouwen. Door de meestal gering funderingsdiepte van de voormalige bebouwing kan worden gesteld dat het bodemarchief op bijna alle plaatsen nog in de ondergrond aanwezig is.
Beleidsruimte
Kort samengevat is de beleidsruimte als volgt:
- 1. Bij herontwikkeling van de locatie Gemeentehuis (+ een zone van 2 m rondom) hoeft geen archeologisch onderzoek plaats te vinden, waarbij er vanuit gegaan wordt dat de ‘koppen’ (zie bijlage 1) die mogelijk buiten de huidige onderkeldering van het gemeentehuis uitsteken (bijlage 1) niet worden onderkelderd of onderheid;
- 2. Er zijn - onder voorwaarden – twee plaatsen aan te wijzen waar toeritten gerealiseerd kunnen worden met zo min mogelijke schade voor het bodemarchief;
- 3. Kleinschalige woningbouw op een grotendeels zelfdragende fundering aan de oostzijde van het Park, langs de Burgwal, is historisch gezien goed verdedigbaar. In combinatie met een op de archeologie geïnspireerde herinrichting van het Park ontstaan kansen voor een cultuurhistorisch verantwoord plan.
- 4. Voor planontwikkeling dieper dan 50 cm beneden maaiveld ter plaatse van de doorsteek tussen de Warmoesstraat en de Groeneplaats, op de Groeneplaats zelf en op de Vismarkt en langs de noordzijde van de Zwaanstraat (alle locaties gelegen buiten het monument), kan de gemeente zelf groen licht geven na (proportioneel, relatief eenvoudig) archeologisch onderzoek. Aan planontwikkeling ondieper dan 50 cm zijn geen voorwaarden verbonden.
- 5. Ook voor eventuele planontwikkeling dieper dan 50 cm beneden maaiveld langs de noordzijde van de Parkstraat, voor zover gelegen buiten het monument, kan de gemeente zelf groen licht geven na (proportioneel) archeologisch onderzoek. Ook hier gelden geen voorwaarden bij planontwikkeling ondieper dan 50 cm