Bewoningssporen en vondsten uit de stedelijke periode (14e-18e eeuw); de bedijking van en de bewoning op het voormalige Westnieuwland in Rotterdam

Abstract

Het archeologisch onderzoek op de locatie van de nieuwe Markthal heeft een zeer grote hoeveelheid gegevens opgeleverd, die een aanvulling vormen op de bestaande historische bronnen en kaarten. Met name heeft het archeologisch onderzoek informatie opgeleverd over de vroegste ontwikkeling van de stadsuitbreiding in de polder Westnieuwland in de tweede helft van de 14e eeuw. Niet alleen de aanleg van de ringdijk rond de polder kon in detail worden bestudeerd, ook het inzicht in de ontwikkeling van de bebouwing, de economische bedrijvigheid en de sociale status van de bewoners is hierdoor vergroot. De polder Westnieuwland was door de ruime opzet van de percelen en de ligging aan een diepe haven met brede kaden een aantrekkelijke vestigingslocatie, waar vanaf de tweede helft van de 14e eeuw diverse ambachten werden uitgeoefend en waar bij uitstek wonen en werken werd gecombineerd. Van de haringvisserij en ook de toename van de internationale handel over zee in de 15e en 16e eeuw hebben de bewoners van het Westnieuwland zeker geprofiteerd (Sigmond 1989, 0-43). De gunstige ligging van Rotterdam speelde daarbij een grote rol. Verzanding van de toegang tot de haven was voor Rotterdam, gelegen aan een buitenbocht van de Maas, een minder groot (en kostbaar) probleem dan voor de overige havensteden aan de Maas. Met het graven van de Rotterdamse Schie, omstreeks 1350, had Rotterdam tevens een goede verbinding met het achterland en vormde de stad een belangrijke schakel in bijvoorbeeld de import van Engelse wol (De Neve en Van Heezik 2007, 180)

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image