research

Waarheidsvinding in het civiele (proces)recht

Abstract

Waarheidsvinding in het civiele (proces)recht is een middel om de rechter in staat te stellen zo veel mogelijk naar waarheid te beslissen in een geschil dat partijen aan hem voorleggen. Hoe verhoudt waarheidsvinding zich tot de vrijheid van partijen om te bepalen waarover zij willen procederen? Wat mag of moet van de rechter op het punt van waarheidsvinding worden verlangd in het onderzoek van de zaak? Is het mogelijk hierover een redelijke mate van rechtszekerheid te bieden aan partijen die overwegen te procederen? In de procespraktijk is bij zulke kwesties het procesrechtelijke beslissingsmodel richtinggevend dat uit een samenstel van wettelijke bepalingen is af te leiden. Hierin figureren onder meer partijautonomie, het belang van waarheidsvinding en het leerstuk van aanvulling van rechtsfeiten en rechtsgronden. In het preadvies van Dineke de Groot wordt betoogd dat de huidige stand van de rechtsontwikkeling aanknopingspunten biedt om het procesrechtelijke beslissingsmodel evenwichtig te relateren aan de fundamentele waarden van vrijheid en rechtvaardigheid. Dat kan houvast bieden om antwoorden op dit soort vragen in een concreet geval beter voorzienbaar te maken. Ook wordt in het preadvies betoogd dat de tijd rijp is om de comparitie na antwoord vanuit het perspectief van het procesrechtelijke beslissingsmodel verder te ontwikkelen tot een volwaardige mondelinge behandeling die bijdraagt aan een zo waarheidsgetrouw mogelijke rechterlijke beslissing in het geschil van partijen

    Similar works