Doel: Het meten van het effect van het gebruik van de HEART-score op patiëntuitkomsten en zorggebruik. Opzet: ‘Stepped wedge’, cluster-gerandomiseerde trial. Methode: In 9 Nederlandse ziekenhuizen includeerden we patiënten die zich in de periode juli 2013- augustus 2014 met pijn op de borst meldden op de Spoedeisende Hulp (SEH). Alle ziekenhuizen begonnen met een controleperiode en elke 6 weken stapte 1 willekeurig gekozen ziekenhuis over op de interventieperiode, de zogenoemde ‘HEART-care’. Tijdens HEART-care rekenden artsen de HEART-score van de patiënt uit om het verdere beleid te bepalen. Om de veiligheid van deze toepassing te evalueren, was er een non-inferiority-limiet van 3% absolute toename van cardiale gebeurtenissen binnen 6 weken na bezoek aan de SEH. Andere uitkomstmaten waren zorggebruik, kwaliteit van leven en kosteneffectiviteit (trialregistratie: ClinicalTrials.gov 80-82310-97-12154). Resultaten: We includeerden 3648 patiënten (1827 in de controleperiode en 1821 in de interventieperiode). De incidentie van cardiale gebeurtenissen binnen 6 weken was in de interventieperiode 1,3% lager dan tijdens de controleperiode (bovenste limiet 95%-BI: 2,1%; de non-inferiority-limiet van 3% werd niet overschreden). Bij patiënten met een lage HEART-score was de incidentie van cardiale gebeurtenissen 2,0% (95%-BI: 1,2-3,3). We vonden geen significante verschillen in vroeg ontslag vanaf de SEH, heropnames, herhaalde bezoeken aan de SEH, poliklinische bezoeken of bezoeken aan de huisarts. Conclusie: Het gebruik van de HEART-score voor de beoordeling van patiënten met pijn op de borst op de SEH is veilig, maar het effect op zorggebruik was gering, mogelijk door terughoudendheid van artsen om het voorgestelde beleid te volgen