Abstract

Nathan (Nikki) Hakker overleeft de oorlog doordat zijn moeder hem in de trein naar Westerbork afstaat aan een gezin dat in het bezit is van papieren om uitgewisseld te worden met gevangenen uit Israël. Nathans moeder is kort na aankomst in Westerbork verder gedeporteerd en op 1 juli 1943 vergast in Sobibor. Zijn vader is eerder al in Mauthausen omgekomen. Nathan komt met de familie waaraan hij is overhandigd, terecht in Bergen-Belsen van waaruit hij aan het eind van de oorlog wordt doorgestuurd naar Tröbitz. Na de oorlog verblijft hij tot zijn twaalfde bij een Joodse tante die getekend uit Auschwitz is gekomen. Hij heeft een nare jeugd die wordt gekenmerkt door eenzaamheid en zich in de steek gelaten voelen. Vanaf zijn twaalfde komt hij terecht in doorgangshuizen, jongenshuizen en bij pleegouders. Zijn jeugdervaringen hebben grote invloed op zijn latere leven. Nathan Hakker is getrouwd en heeft drie kinderen. This interview is only available in Dutch

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image