Doel Zorggebruik onderzoeken bij patiënten met een depressie, en nagaan welke demografische kenmerken en ernstkenmerkenpatiënten die vroegtijdig gebruikmaken van zorg, patiënten die afwachten met zorggebruik en patiënten die geen gebruikmakenvan zorg van elkaar onderscheiden. Opzet Longitudinaal, observationeel en prospectief onderzoek.MethodeWe gebruikten gegevens van de ‘Netherlands mental health survey and incidence study-2’ (NEMESIS-2). Patiënten die eendepressie rapporteerden in de 12 maanden voorafgaand aan de ‘baseline’-meting, werden geïncludeerd. Hun zorggebruik indiezelfde periode werd gerapporteerd. Na 3 jaar keken we opnieuw naar hun zorggebruik. Om verschillen te onderzoeken tussenvroege zorggebruikers (in het jaar dat ze een depressie hadden gebruikten ze ook zorg), afwachtende en niet-zorggebruikersgebruikten we een multinomiale logistische regressieanalyse. Resultaten Meer dan de helft van de respondenten was een vroege zorggebruiker (62%). Vroege zorggebruikers hadden ernstigere enpersisterende depressieve symptomen en vaker geen partner dan niet-zorggebruikers (dat wil zeggen: noch zorg in jaar waarindepressie begon, noch in 3 jaar daarna). De meerderheid van de niet-zorggebruikers (89%) was hersteld na 3 jaar. Afwachtendezorggebruikers (geen zorg in jaar waarin depressie begon, wel in 3 jaar daarna) hadden relatief geringe klachten en rapporteerdenvaker een nieuwe of aanhoudende depressieve episode na 3 jaar dan vroege zorggebruikers. Conclusie Zorggebruik door patiënten met een depressie lijkt vooral samen te hangen met ernstkenmerken en niet zozeer met demografischekenmerken zoals leeftijd, opleidingsniveau of geslacht