research

Ten strijde tegen de eigen geest

Abstract

‘Hoe moet de PvdA zich verhouden tot haar concurrenten op rechts en op links, in het bijzonder de SP?’ De commissie-Vreeman stelt de brandende vraag wel, maar beantwoordt die niet. In het onderstaande zal ik als buitenstaander – die noch lid is van de PvdA, noch van de SP, maar beide partijen wel beroepsmatig volgt – een poging doen om een antwoord te geven. Het is niet de eerste keer dat ik in de gelegenheid ben gesteld om aan te geven op welke wijze de PvdA het beste de SP tegemoet kan treden. In 1994, nadat de SP bij de gemeenteraadsverkiezingen van zeventig naar 126 zetels was gegaan en twee maanden later met twee zetels haar debuut in de Tweede Kamer had gemaakt, vroeg de redactie van Lokaal bestuur mij om mijn gedachten hierover op een rij te zetten. ‘Welke houding dient de PvdA nu tegenover deze concurrent aan te nemen?’, zo vroeg ik mij af. Het antwoord dat volgde, mag ter relativering dienen van mijn aanbevelingen in deze bijdrage: ‘Om te beginnen dient het succes van de SP niet te worden overschat. De electorale opmars van de SP mag dan klinken als een klok, maar ze moet ook weer niet overdreven worden.’ Op dat moment was dat een terechte opmerking, aangezien de PvdA 1.761 zetels in de gemeenteraden bekleedde en 37 in de Tweede Kamer, en de SP 126 respectievelijk twee. Anno 2007 is het advies een understate ment van de eerste orde: volgens recente opiniepeilingen is de SP momenteel net zo groot als de PvdA. Wie had dit kunnen voorzien? In het onderstaande zal eerst in een verklaring worden gegeven voor de uitzonderlijke electorale opmars van de SP. Daarna komt de vraag aan de orde hoe de PvdA zich tegenover de SP zou kunnen opstellen

    Similar works