Uit het in 2006 gehouden Nationaal Kiezersonderzoek blijkt dat de Nederlandse
bevolking de immigratie en integratie van allochtonen het vaakst als het belangrijkste
probleem in ons land beschouwt. Ook in de publieke en politieke discussie neemt
de positie van allochtonen onverminderd een belangrijke plaats in.
Hoe het staat met de integratie en welke kant deze opgaat is in het kort gezegd
de belangrijkste doelstelling van het Jaarrapport Integratie 2007. In totaal komen tien
onderwerpen aan de orde, die nauw aansluiten op beleidsprioriteiten van het kabinet.
Het Jaarrapport is opgesteld op verzoek van de minister van Wonen, Wijken en
Integratie.
In het Jaarrapport gaat de aandacht uit naar demografi e, inburgering, het opleidingsniveau
en taal, de positie van allochtonen in het onderwijs en arbeid en inkomen.
Verder wordt inzicht gegeven in de sociaal-culturele integratie van niet-westerse
allochtonen, onder meer blijkend uit de mate waarin allochtonen en autochtonen
contacten met elkaar onderhouden. Speciale aandacht is er voor de betekenis van
religie en religieus gedrag. Daarnaast geeft dit rapport informatie over concentratiewijken
en de positie van niet-westerse allochtonen op de woningmarkt, over hun
rol in de criminaliteit en over de beeldvorming van allochtonen over autochtonen en
omgekeerd.
In dit Jaarrapport ligt het accent op de integratie van de vier grote allochtone groepen,
te weten: de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. De positie van
leden van de kleine en nieuwe groepen komt minder aan de orde. De belangrijkste
reden hiervoor ligt in het ontbreken van actuele gegevens over deze groepen.