Druk, druk, druk.
Wie kent dat gevoel niet. En wie had 25 jaar geleden kunnen denken dat we vandaag de dag in een maatschappij zouden leven waarin ambities op het professionele vlak steeds meer concurreren met het gezinsleven en vrije tijdsactiviteiten? In ieder geval niet degenen die toen een vrije tijd maatschappij voorzagen (Dumazedier, 1967, 1989). Als gevolg van informatietechnologische ontwikkelingen zouden we minder tijd aan betaalde arbeid hoeven te besteden en meer ruimte krijgen voor persoonlijke ontwikkeling en ontspanning.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid had wél een vermoeden. In haar rapport ‘De komende vijfentwintig jaar: een toekomstverkenning voor Nederland’ uit 1977 (WRR, 1977), constateert ze en ik citeer: “Gehuwde vrouwen krijgen het moeilijk als ze willen gaan werken buitenshuis, het gezin past zich hier onvoldoende aan. Die vrouwen die het lukt een baan te krijgen worden zwaar belast omdat zij naast hun werk ook de zorg voor het gezin en huishouden blijven houden” (WRR, 1980). Maar ook de WRR had niet kunnen bevroeden dat er zoveel vrouwen betaald zouden gaan werken. Ze voorspelde dat in 2000 32% van de vrouwen een betaalde baan zou hebben maar tegenwoordig heeft maar liefst 55% van de vrouwen een betaalde baan (Van der Valk & Boelens, 2004).