Thoron measurement methods for a survey

Abstract

In sommige Nederlandse woningen is waarschijnlijk meer radioactief thorongas (Rn-220) aanwezig dan tot nu toe werd aangenomen. Onlangs bleek dat zich in nieuwbouwwoningen minder radioactief radongas (Rn-222) bevindt dan eerder werd aangenomen. Nieuw onderzoek van het RIVM laat zien dat deze resultaten verband met elkaar houden: de in het verleden gebruikte radondetectoren blijken een combinatie van de hoeveelheid radon en thoron te laten zien. Om te kunnen bepalen wat de concentraties van beide gassen afzonderlijk in woningen zijn, zijn nieuwe metingen nodig. Dat is sinds kort mogelijk, doordat een detector beschikbaar is gekomen die de schadelijke vervalproducten van thoron registreert. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM dat is uitgevoerd ter voorbereiding van een survey naar radon en thoron in woningen. De survey gaat halverwege 2012 van start en zal bovenstaande bevindingen nader onderzoeken. De resultaten worden in 2014 verwacht. Vanaf 2006 hebben al een survey en kleinschalig onderzoek plaatsgevonden naar de stralingsbelasting in Nederlandse woningen die tussen 1994 en 2003 zijn gebouwd. Deze brachten aan het licht dat radondetectoren ook gevoelig zijn voor thoron, waardoor de oudere registraties minder nauwkeurig blijken. Ook vervalproducten thoron schadelijk voor gezondheid Thoron en radon zijn radioactieve isotopen van het element radon. Thoron heeft echter een veel kortere halveringstijd, waardoor het snel vervalt naar radioactieve zware metalen, zoals lood en polonium die aan stofdeeltjes blijven 'plakken'. Als deze stofdeeltjes worden ingeademd, kunnen ze het longweefsel beschadigen en, eventueel nog sterker in combinatie met roken, op termijn longkanker veroorzaken. De dosis door radon veroorzaakt zo naar schatting enkele honderden doden per jaar en voor thoron zou dit van een zelfde orde van grootte kunnen zijn. Voor de volksgezondheid is het daarom van belang ook deze thoronvervalproducten te meten. Bouwmaterialen belangrijkste bron thoron en radon Nederlandse burgers staan in hun huis bloot aan straling. Dit is ruwweg de helft van de totale stralingbelasting die zij gemiddeld gedurende een jaar oplopen. Een groot deel van de straling binnenshuis is een gevolg van het inademen van de radioactieve vervalproducten van radon en thoron. Deze edelgassen zijn afkomstig uit bouwmaterialen die gemaakt zijn van gesteente waarin radon en thoron van nature voorkomen. Voor thoron gaat het daarbij vooral om de lagen waarmee beton en bakstenen worden afgewerkt.The level of the radioactive gas thoron (Rn-220) in some Dutch dwellings is likely to be higher than previously assumed. In contrast, the results of a new survey indicate that the level of its sister isotope, the radioactive gas radon (Rn- 222), in newly built dwellings in the Netherlands is lower than previously assumed. A recent investigation carried out by the RIVM demonstrates that these results are closely linked to each other: it would now appear that the detectors used to measure radon levels in past surveys actually measured a combination of thoron and radon concentrations. New measurements are therefore needed in order that the true concentrations of each gas in Dutch dwellings can be determined. The technology for such measurements has only recently become available with the development of a detector that can register lung-damaging decay products of thoron. These are the results of a preliminary investigation performed by the RIVM prior to the launching of a new survey of radon and thoron concentrations in Dutch dwellings. The aim of this new survey, which is planned to start in mid-2012, is to investigate the results of the RIVM study in greater depth. The survey results are expected in 2014. A small-scale investigation on the levels of ionizing radiation in Dutch dwellings built between 1994 and 2003 has been on-going since 2006. It was this investigation which determined that the radon detectors used were also sensitive to thoron, with the result that the registered concentrations of each radioactive gas were less precise than expected. Thoron decay products are also hazardous to human health Thoron and radon are radioactive 'sister isotopes' of the element radon. Thoron has a far shorter half-life than radon and, consequently, decays rapidly into radioactive heavy metal isotopes, such as those of lead and polonium, which in turn can become affixed ('stuck') to dust particles. Inhalation of these dust particles has the potential to cause lung damage and, over the long term, lung cancer; in combination with smoking this effect may even be increased. It has been estimated that exposure to hazardous levels of radon causes a few hundred deaths in the Netherlands annually, and it is possible that the number of thoron-related mortalities is of the same order of magnitude. Within the framework of public health, it is therefore important that the levels of these thoron decay products also be measured. Building material is the most important source of thoron and radon Dutch citizens are exposed to ionizing radiation in their homes. This indoor radiation accounts for roughly one-half of the average total radiation dose that each person will be exposed to each year. A large proportion of this indoor radiation dose is due to the inhalation of radon and thoron decay products. Thoron and radon are noble gases that can be found in building materials originating from stony or soil materials, in which both radon and thoron occur naturally. The concentration of thoron emanating from such building material depends primarily on how the layers of cement and building bricks are finished off.VROM-DGM Risicobelei

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image