Een econometrische analyse van dertig jaar Eurovisie Songfestival werpt een nieuwe blik op de Europese verhoudingen. Zo hebben een aantal landen een duidelijke voorliefde voor liedjes die afkomstig zijn uit landen met dezelfde religie. Tegelijkertijd hebben veel landen een uitgesproken voorkeur voor de liedjes afkomstig van buurlanden en andere landen in hun nabijheid, zelfs na correctie voor overeenkomsten in taal en cultuur. Het ligt voor de hand dit te interpreteren als bewijs voor vriendjespolitiek. Echter, de veelgehoorde beschuldigen van politiek gekleurd stemgedrag aan het adres van een aantal landengroepen (zoals voormalig Joegoslavië, Scandinavië en Oost-Europa) worden in de meeste gevallen niet ondersteund door de data. Alleen tegen de Baltische staten is er overtuigend bewijs voor het bevoordelen van de wederzijdse liedjes