In een maatschappij die gekenmerkt wordt door sociale ongelijkheid, is het behoren tot sociale groepen niet altijd positief. Wanneer iemand tot een groep behoort die door de maatschappij als minderwaardig beschouwd wordt, kan dit leiden tot ervaringen van sociale devaluatie, zoals discriminatie of stereotypering. Hoe leden van achtergestelde groepen omgaan met zulke ervaringen is de centrale vraag die ten grondslag ligt aan dit proefschrift. Uit recent onderzoek is gebleken dat sociale devaluatie van achtergestelde groepen heel subtiele vormen kan aannemen, en zelf onderbewust kan plaatsvinden. Dit soort onderbewuste signalen van sociale devaluatie zijn bijzonder moeilijk te herkennen, en tot voor kort leek het dan ook alsof verzet hiertegen niet mogelijk was. In dit proefschrift onderzoeken wij de hypothese dat leden van achtergestelde groepen zich toch kunnen verzetten tegen onderbewuste signalen van sociale devaluatie. De empirische hoofdstukken laten inderdaad zien dat verzet tegen onderbewuste sociale devaluatie mogelijk is, en dat zulk verzet verschillende vormen kan aannemen. Blootstelling aan onderbewuste stereotypen kan mensen bijvoorbeeld motiveren om zich contra-stereotypisch te gedragen. Dit verzet wordt gedreven door identiteitsoverwegingen: onder vrouwen is verzet tegen impliciete devaluatie vooral zichtbaar bij degenen die zich sterk identificeren met feministen, maar niet met vrouwen als groep. Zo bezien kan verzet tegen subtiele devaluatie vergeleken worden met weerbaarheid in het lichamelijk immuunsysteem, dat ziekte voorkomt zonder noodzaak voor bewuste gewaarwording. Kortom, door aan te tonen dat men zich kan verzetten tegen onderbewuste signalen van sociale devaluatie, laat dit proefschrift zien dat leden van achtergestelde groepen weerbaarder zijn dan tot nu toe werd gedacht