unknown

Flexible filter feeders:The gelatinous zooplankton community in the Netherlands after the invasion of the ctenophore <i>Mnemiopsis leidyi</i>

Abstract

Of kwallen wereldwijd steeds meer voorkomen is een onderwerp van discussie, maar ze zorgen steeds vaker voor problemen zoals verstopte visnetten, verstopte koelwaterinlaten of wegblijvende toeristen. In Nederlandse kustwateren zorgde de vondst van de invasieve Amerikaanse ribkwal Mnemiopsis leidyi voor hernieuwde interesse in deze diverse diergroep. In 2010 startte Lodewijk van Walraven een onderzoek aan kwalachtigen in Nederlandse wateren, in een samenwerkingsverband tussen NIOZ Koninklijk Instituut voor Zeeonderzoek en Deltares, waarop hij 18 november promoveert.Vijftig jaar kwallenvangsten in een visfuik op Texel laten zien dat schijfkwallen na warmere winters vroeger in het jaar verschijnen. Het aantal gevangen kwallen was afgenomen. Ook naar poliepen (bodemstadia van kwallen) is er gezocht op veel plekken in de Nederlandse kustwateren: op de bodem, op wrakken en in havens. Helaas zijn alleen poliepen van de oorkwal gevonden. Kennis van het voorkomen van de poliepen kan zorgen voor een betere voorspelling van kwallenproblemen in de toekomst. De Amerikaanse ribkwal is nu de algemeenste kwalachtige in Nederlandse. Experimenten toonden aan dat deze soort zich ook in zeer brak water kan voortplanten. Computermodellen van verspreiding, overleving, voortplanting en groei van de ribkwallen bij verschillende temperaturen en voedselbeschikbaarheid voorspellen dat de Amerikaanse ribkwal zich vanuit Nederlandse wateren naar andere Europese wateren kan verspreiden. Als de Nederlandse kustwateren warmer worden zou de ribkwal zich meer en eerder kunnen voortplanten en veel dierlijk plankton weg kunnen eten, met gevolgen voor voedselbeschikbaarheid voor andere kwalachtigen en vissen als haring, sprot en ansjovis.Whether jellyfish numbers are increasing worldwide is an ongoing debate, but it is a fact that jellyfish-related problems such as clogged fishing gear and cooling water intakes, and tourists avoiding beaches, are increasing. In Dutch coastal waters the introduction of the invasive comb jellyfish Mnemiopsis leidyi triggered a renewed interest in this diverse group of anumals. In 2010 Lodewijk van Walraven started a study on gelatinous zooplankton in Dutch coastal waters, in a collaboration between the NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research and Deltares, which he will defend on November 18.Fifty years of jellyfish catches in a fish fyke on Texel show that jellyfish are appearing earlier in the year following warmer winters. The number of jellyfish caught had decreased. Polyps (bottom-living stages of jellyfish) were also studied and searched for on the bottom, on wrecks and in harbours and ports. Only polyps of the moon jellyfish were found. Knowledge of the distribution of polyps can lead tob etter forecasting of jellyfish problems in the future.The American comb jellyfish is now the most common gelatinous species in Dutch waters. Experiments showed that the species can survive in very brackish waters. Computer models of distribution, survival, reproduction and growth of the species predict that Dutch waters act as a source of comb jellies for other European waters. When coastal waters get warmer, spawning of the invasive species could increase and shift to earlier months. This can have consequences for food availability of other gelatinous species and fish such as anchovy, sprat and herring

    Similar works

    Available Versions