unknown

Psychological adaptation to childhood cancer:underlying mechanisms

Abstract

Als een kind kanker krijgt is dat zowel voor het kind als voor de ouders erg ingrijpend. Het dagelijks leven verandert drastisch door de vele ziekenhuisbezoeken en de bijwerkingen van de vaak intensieve behandeling. Het zou aannemelijk zijn dat dit gepaard gaat met ernstige stress en psychische problematiek. Uit onderzoek blijkt echter dat de meeste kinderen met kanker (en hun ouders) weinig psychische klachten hebben. Hoe komt het dat het kind met kanker en de ouders zo veerkrachtig zijn? In dit proefschrift werden mogelijk onderliggende mechanismen van veerkracht in kinderen (en ouders) met kanker onderzocht. Het onderzoek richtte zich op het eerste jaar na diagnose. Specifiek werd gekeken naar het verloop van zorggerelateerde stress bij de ouders (moeders) en naar copingmechanismen bij de kinderen (adolescenten). Uit de resultaten bleek dat de moeders snel aan de zorgtaken (bv. letten op bijwerkingen, medicijnen geven, praten met artsen/verpleegkundigen) gewend raakten. De adolescenten lieten op hun beurt allerlei reacties zien die in de literatuur geassocieerd zijn met goede aanpassing aan ziekte, zoals verlaagd pessimisme, bijstellen van moeilijk haalbare doelen, oog hebben voor de positieve kanten van ziekte (bv. ik weet nu: hoeveel er van me gehouden wordt, wat echt belangrijk is in het leven). Het feit dat deze reacties (snelle afname van zorggerelateerde stress, adaptieve copingmechanismen) relatief kort na diagnose optreden zou kunnen verklaren waarom kinderen met kanker (en ouders) zo veerkrachtig zijn. Inzicht in deze mechanismen biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van interventies voor kinderen (en ouders) bij wie het aanpassingsproces minder goed verloopt

    Similar works