Het hertalen en bewerken van literaire meesterwerken is een oude traditie. Zo wordt het literaire erfgoed doorgegeven aan volgende generaties. De redenen die hedendaagse hertalers geven voor het bewerken van klassieke teksten komen overeen met de redenen die daar meer dan een eeuw geleden voor werden gegeven. Veel gebruikte bewerkingsstrategieën zijn moderniseren en inkorten. Op deze manier wordt in bewerkingen die zijn bedoeld voor jonge lezers rekening gehouden met hun lees- en levenservaring en hun leef- en belevingswereld, maar ook met de opvattingen van volwassenen over wat goed en geschikt is voor jonge lezers. Om te laten zien dat zij aan die opvattingen tegemoet kwamen, plachten bewerkers in bewerkingen van internationale klassiekers, zoals Reynaert de Vos, Tijl Uilenspiegel, Robinson Crusoe en Gulliver’s travels, tussen 1850 en 1950 via intertekstuele ‘onderonsjes’ over de hoofden van de kinderen heen te knipogen naar volwassen meelezers