research

Versterking van het fundament.:Integrerende studie n.a.v. de opbrengsten van de onderzoekslijn

Abstract

Managementsamenvatting In de BOPO-onderzoekslijn Sociale en institutionele context van scholen is in de periode 2005-2008 zowel specifiek onderzoek naar effectiviteit van het onderwijsachterstandenbeleid geprogrammeerd als meer algemeen onderzoek naar effectieve sociale en institutionele contexten van scholen. Beide uitgangspunten hebben een duidelijk raakvlak: onderwijsachterstanden zijn niet door de school alleen te bestrijden, daar zijn allerlei actoren rond de school voor nodig; zowel de meer formele, institutionele context als de meer informele sociale context speelt daarbij een belangrijke rol. Vanuit dit perspectief is in deze integrerende studie een overzicht gegeven van de ontwikkelingen in theorie, onderzoek en onderwijsachterstandenbeleid, resulterend in een aantal conclusies en aanbevelingen voor toekomstig beleid en onderzoek. Recente theoretische veronderstellingen en empirisch bewijs uit internationaal onderzoek leidt tot de conclusie dat erfelijkheid een grote rol speelt in de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen, zowel op cognitief als sociaalemotioneel vlak. Vast staat echter ook dat omgevingsfactoren de uitwerking van de genen in de ontwikkeling soms drastisch kunnen beïnvloeden en de negatieve effecten van risicogenen zelfs kunnen keren. Zeer waarschijnlijk is ook dat omgevingsfactoren door cumulatie en versterker-effecten, die vooral in sensitieve perioden zoals de voorschoolse periode en de adolescentie hun beslag krijgen, op grond van het ‘skill begets skill’-principe, een grote totale invloed uitoefenen op de ontwikkeling van genotype tot fenotype. Van onderwijsachterstanden is vanuit deze theoretische veronderstellingen sprake als bij gelijke genetische mogelijkheden door cumulatie van negatieve (of het ontbreken van positieve) effecten, vergeleken met een maatschappelijke norm, het genetisch potentieel niet optimaal wordt geactualiseerd. Vroege interventies, gericht op optimalisering van de brede cognitieve en nietcognitieve ontwikkeling kunnen dus relatief effectief kunnen zijn en op lange termijn economisch en maatschappelijk veel opleveren. De effecten van vroege interventies moeten, om de lange termijn rendementen daadwerkelijk te kunnen verzilveren, onderhouden worden. Continuering van de speciale aandacht voor achterstandsgroepen, ondersteuning van de contexten waarin leerlingen uit deze groepen opgroeien en zich verder ontwikkelen, is geboden. Afgaand op de wetenschappelijke literatuur, zit het huidige onderwijsachterstandenbeleid in principe op een goed spoor. Het groeiende inzicht dat met enerzijds substantieel investeren in de vroege kindertijd en met anderzijds onderhouden en versterken van vroeg bereikte effecten, via schakelklassen, verlengde schooldagprogramma’s, maar ook door ondersteuning te bieden aan ouders een dubbelslag geslagen kan worden, namelijk gelijktijdige verkleining van verschillen in maatschappelijke kansen en vergroting van het menselijk kapitaal, is terug te vinden in recente beleidsontwikkelingen. Ook de (hernieuwde) aandacht voor sociale samenhang, burgerschap, normen en waarden alsmede het streven naar ontkokering en regionale en lokale uitwerking van beleid kan – indirect – bijdragen aan effectieve bestrijding van onderwijsachterstanden. Ondanks de positieve beoordeling van het huidige beleid toont recent (BOPO) onderzoek ook duidelijk de punten waarop beleid en praktijk meer aandacht behoeven. De hoofdlijn daarvan is dat de kwaliteit van de interventies die in verschillende fasen van de levensloop en schoolloopbaan worden uitgevoerd te vaak onvoldoende is, te vaak onder druk komt te staan van bestuurlijke ambities zonder dat adequate beleidsinstrumenten en faciliteiten beschikbaar zijn om deze ambities te realiseren en dat met alle bestuurlijke veranderingen de systemen van kwaliteitszorg onvoldoende aan deze veranderingen zijn aangepast. Deze punten worden in de beantwoording van de onderzoeksvragen verder uitgewerkt

    Similar works