Het doel van deze studie was het in kaart brengen en beter begrijpen van individuele verschillen bij het leren onderwijzen. Op basis van twee eerdere studies werd een gereviseerd instrument, de Inventory Learning to Teach Process (ILTP), uitgezet onder 382 leraren-in-opleiding. Factoranalyse resulteerde in de identificatie van 10 schalen, die betrekking hebben op cognitieve, regulatieve en affectieve aspecten van het leerproces van lerarenin-opleiding. Clusteranalyse op basis van deze schalen leverde vier patronen op die gekarakteriseerd kunnen worden als manieren van leren onderwijzen. De labels open betekenisgericht, gesloten betekenisgericht, gesloten reproductiegericht en inactief/overlevingsgericht werden gekozen om de vier patronen te karakteriseren. Variantieanalyse bracht vervolgens duidelijke samenhangen naar voren tussen de vier manieren van leren onderwijzen, persoonsgebonden kenmerken en (gepercipieerde) contextvariabelen. De conclusie luidt dat “één opleidingsmodel voor allen” niet effectief is als het gaat om kennisconstructie en de ontwikkeling van doorgroeicompetentie. Leraren-in-opleiding hebben verschillende maatregelen nodig, die afgestemd zijn op hoe zij op dat moment in hun leerproces staan. Enkele richtlijnen voor de praktijk worden voorgesteld