Dit rapport geeft een actuele weergave van de werkelijke welzijnsprestaties van de biologische
veehouderijsectoren, en welke ontwikkelingen er gaande zijn. Aan de hand van verbeteragenda's
wordt aangegeven waar en hoe nog welzijnswinst te behalen is.
De biologische veehouderij wil laten zien dat ze staat voor een maatschappelijk verantwoorde en
duurzame productie, met aandacht voor milieu, klimaat, natuur en landschap, voedselkwaliteit,
inkomen en dierenwelzijn. Dierenwelzijn als één van de thema’s van duurzaamheid staat centraal in
deze rapportage. De bestaande kennis over dit onderwerp is geïnventariseerd voor de melkvee-,
varkens-, pluimvee-, schapen- en geitensectoren. De welzijnsprestaties zijn gebaseerd op dierkenmerken
en zijn ingedeeld in vier welzijnsklassen: gedrag, gezondheid, comfort en voeding (Welfare
Quality®, 2009). Omdat geen algemeen geaccepteerde en geldende manier bestaat om welzijnscriteria
tegen elkaar af te wegen, zijn voor de uiteenzetting van welzijnsprestaties alleen individuele
welzijnscriteria gehanteerd