research

Rantsoen en melkvetzuren: Verschillen in melkkwaliteit tussen biologische bedrijven in beeld gebracht

Abstract

Het doel van het onderzoek is meer inzicht te krijgen in het effect van verschillende rantsoencomponenten op het vetzuurpatroon van biologische koemelk en met name op de gehaltes van de meervoudig onverzadigde vetzuren CLA en omega-3. Maandelijks zijn tankmelkmonsters genomen en schatting van het rantsoen verzameld bij 16 geselecteerde bedrijven. Ook zijn een aantal (beperkte) voerproeven bij enkele van deze bedrijven uitgevoerd. De focus van het onderzoek ligt op het effect van de volgende rantsoencomponenten: vers gras, kuil, krachtvoer, olie, grasbrok, maïs, hooi en rode klaver. De regressie-analyse van de verzamelde data geeft voor CLA significante effecten voor de volgende voercomponenten (in mg CLA per gram vet): • Grasopname (per kg ds): 0,45 • Grasbrok (per kg ds): 0,44 • Rode klaver (per kg ds): 0,31 • Olie (per kg product): 9,33 Voor het omega-3 gehalte is geen passend model gevonden, maar het meest optimale model geeft significante effecten voor de volgende voercomponenten (in mg omega-3 per gram vet): • Kuilopname (per kg ds): -0,09 • Grasbrok (per kg ds): 0,69 • Rode klaver (per kg ds): 0,17 • Olie (per kg product): 5,67 In dit onderzoek zijn wel indicaties gevonden voor een negatief effect van maïskuil op het gehalte CLA en omega-3 in de melk, maar dit was niet significant aantoonbaar middels de regressie-analyse. De resultaten voor het effect van hooi waren onduidelijk. Daarnaast zijn er aanwijzingen in dit onderzoek voor de invloed van de kwaliteit van het gras, vers of in kuilvorm, op het gehalte aan CLA en omega-3, maar nader onderzoek en analyse is nodig om dit te onderbouwen en om beter aan te geven wat belangrijke kwaliteitskenmerken zijn. Positieve effecten zijn te verwachten van een rijke botanische samenstelling, jong groeizaam gras en een korte veldperiode. Om de CLA en omega-3 te verhogen in de winter lijkt, ondanks alle onzekerheden, het meeste resultaat bereikt te worden met zoveel mogelijk rode klaver en grasbrok in het rantsoen, aan evuld met een beperkte hoeveelheid olie en een kuil van goede kwaliteit. In de zomer gelden dezelfde voercomponenten, waarbij de kuil vervangen wordt door de opname van zoveel mogelijk vers gras

    Similar works