Metabolic risk in people with psychotic disorders: No mental health without physical health

Abstract

Mensen met psychotische aandoeningen hebben een groter risico op metabole afwijkingen en een lagere gemiddelde levensverwachting dan de algemene bevolking. Routinematig monitoren van metabole risico factoren bij deze patiënten wordt daarom aanbevolen en is al enkele jaren in de Noord-Nederlandse GGZ geïmplementeerd. Dit proefschrift laat zien dat ondanks regelmatig monitoren slechts 43-50% van de patiënten wordt behandeld voor metabole risicofactoren wanneer dit door richtlijnen wordt aanbevolen. Eén van de factoren gerelateerd aan een verhoogd metabool risico, besproken in dit proefschrift, is vitamine D insufficiëntie. Deze relatie kan worden uitgelegd door een complex model waarin negatieve symptomen, antipsychotica en een ongezonde leefstijl een rol spelen. Daarnaast toont dit proefschrift aan dat cannabisgebruikers een lagere BMI, geringere buikomvang en lagere diastolische bloeddruk hebben, maar ook ernstigere psychotische klachten dan niet-gebruikers. Na een jaar waren bij patiënten die gestopt waren met cannabis de BMI, buikomvang, diastolische bloeddruk en triglyceride waarden meer toegenomen, en de psychotische klachten meer afgenomen dan bij andere patiënten. Patiënten met een specifiek AKT1 gen gebruikten vaker cannabis, maar dit speelt geen rol in de relatie tussen cannabisgebruik en BMI. Tevens laat dit proefschrift zien dat de tot nu toe onderzochte leefstijlinterventies het metabole risico bij deze patiëntengroep doen verminderen (afname van lichaamsgewicht, buikomvang, triglyceridewaarden en nuchtere glucose), maar niet doen verdwijnen (geen verbeteringen in bloeddruk en cholesterolwaarden). Dit proefschrift benadrukt dat monitoren niet automatisch leidt tot betere zorg. Dit suggereert dat het huidige proces van monitoren, verwijzen en behandelen van metabole risicofactoren dringend onder de loep moet worden genomen

    Similar works