De bepaling van androstenon in varkensvet in het kader van de controle op berevlees : overzicht van de Nederlandse bevindingen in de periode januari t/m oktober 1988 en de herkeuringsproblematiek van Duitse monsters

Abstract

In Duitsland wordt geïmporteerd varkensvlees, dat van zeugen en borgen afkomstig moet zijn, onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van berevlees, dat in sommige gevallen tot beregeur aanleiding geeft. Bij de sinds 1987 uitgevoerde steekproeven wordt het gehalte aan androstenon, een voornamelijk bij (niet gecastreerde) mannelijke dieren (beren) geproduceerd steroidhormoon, in vet gemeten. Indien dit gehalte hoger is dan 0.3 Mg/g acht men bewezen dat het bemonsterde dier inderdaad een beer was, terwijl bij vrouwelijke (zeugen) en bij gecastreerde mannelijke dieren (borgen) waarden lager dan 0.1 Mg/g worden gemeten. Inventariserend onderzoek binnen het RIKILT heeft uitgewezen dat de in Duitsland gehanteerde beslisgrens ook voor Nederlandse mestvarkens toepasbaar is. De in Duitsland toegepaste methode is een immunochemische methode; enigszins vergelijkbaar met de tot voor kort in Nederland uitgevoerde radioimmunochemische DES bepaling (RIA-DES). Als screeningsmethode is deze techniek geschikt voor een snelle analyse van een groot monsteraanbod, maar de specificiteit is afhankelijk van het gebruikte antiserum en de monstervoorbewerking, zodat de mogelijkheid bestaat dat andere in het vet aanwezige verbindingen het resultaat van de meting kunnen beïnvloeden. Bij de tot nu toe in Duitsland door Prof. Claus, Universiteit Hohenheim, Stuttgart, verrichte metingen zijn hiervoor echter nooit aanwijzingen gevonden. De door het RIKILT ontwikkelde methode berust op gaschromatografiemassaspectrometrie (GCMS), waardoor de specificiteit veel hoger is en deze methode als bevestigingsmethode kan worden toegepast. Uit onderzoek van wederzijds ter beschikking gestelde monsters varkensspek en het onderzoek van een serie monsters in het kader van een ringonderzoek, bleek dat de resultaten, het herkennen van beren, bij beide methoden overeenkwamen. De gemeten androstenongehalten verschillen daarbij wel in absolute zin. In tegenstelling tot bovengenoemde monsters bleken bij herkeuring door het RIKILT van in Duitsland "positief" bevonden monsters, deze monsters, ook na herhaald onderzoek, geen androstenon te bevatten. Helaas werden bij de monstername in Duitsland geen verzegelde en goed gedocumenteerde contra-monsters genomen

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions

    Last time updated on 14/10/2017