Het recht van kinderen op een harmonische ontplooiing wordt vaakj geschonden. In deze bijdrage gaat het om de vraag hoe in het spanningsveld tussen jeugdhulpverlening en justitie (strafvervolging van de incestpleger) de bescherming van kinderen het beste kan worden gewaarborgd en hoe de processuele positie van het kind (als slachtoffer, getuige) verbeterd kan worden