De belangrijkste complicaties die kunnen optreden bij implantaten zijn problemen met de suprastructuren en ontstekingen van het periimplantaire weefsel. Met diagnostische middelen en klinische parameters is het mogelijk een nazorgprotocol op te stellen. De diagnose bepaalt de uitgebreidheid van het protocol en wat voor specifieke behandeling er moet worden uitgevoerd. Een nazorgprotocol bestaat altijd uit een aantal vaste onderdelen, die in volgorde worden uitgevoerd en die betrekking hebben op de suprastructuren en het peri-implantaire weefsel. Er zijn nazorgprotocollen voor de gezonde situatie, voor mucositis en voor het vervolg op de succesvolle behandeling van peri-implantitis (post-peri-implantitis). Voor peri-implantitis bestaat er nog geen eensluidend behandelprotocol