Tweede generatie Turken en Marokkanen kunnen zich zowel Amsterdammer, Rotterdammer, Nederlander als moslim voelen. Een niet gering deel van de volwassen tweede generatie Turken en Marokkanen beleeft het geloof niet door te bidden en vindt dat godsdienst geen of slechts een beperkte rol zou moeten hebben in politiek en samenleving. Het gebruik van religieuze symbolen op scholen vinden velen acceptabel maar minder vaak vindt men dat islamitische vrouwen buitenshuis een hoofddoek moeten dragen