Geperfluoreerde verbindingen in Nederlands oppervlaktewater: Een screening in 2003 van PFOS en PFOA

Abstract

Geperfluoreerde (volledig gefluoreerde) verbindingen worden sinds 1950 veelvuldig gebruikt om vloerbedekking en textiel water- en vuilafstotend te maken. Ze worden ook gebruikt om papier voor het verpakken van etenswaren vetvrij te maken. Een heel andere toepassing van deze stoffen is de toevoeging aan brandblusmiddelen. Sinds het begin van de negentiger jaren bestaat er in Canada en de Verenigde Staten aandacht voor deze geperfluoreerde verbindingen in het milieu en de laatste jaren is er ook in Europa aandacht voor deze stoffen. Dat er pas recent in het milieu gemeten wordt, heeft voor een groot deel te maken met het feit dat analysetechnieken voor deze stoffen pas sinds kort beschikbaar zijn. Geperfluoreerde verbindingen zijn zeer persistent en sterk bioaccumulerend. Het grootste risico van deze stoffen voor het milieu is de ophoping in de voedselketen (doorvergiftiging). Over de manier waarop de verspreiding van de stoffen in het milieu plaatsvindt is nog veel onduidelijkheid. Wel duidelijk is dat geperfluoreerde verbindingen wereldwijd, tot in ijsberen uit het Noordpoolgebied, worden aangetroffen. In 2003 heeft Rijkswaterstaat een screening naar het voorkomen van geperfluoreerde verbindingen in zoet en zout oppervlaktewater gedaan, om een beeld voor de Nederlandse situatie te krijgen. Hiervoor zijn twee geperfluoreerde verbindingen, PFOS en PFOA, in sediment, zwevend stof en verschillende soorten biota gemeten. Opgemerkt moet worden dat de analysemethodes voor deze stoffen nog niet volledig uitontwikkeld zijn, zodat de resultaten als globale indicatie van de concentraties in het Nederlandse aquatische milieu gezien moeten worden. Analyses in het water zelf waren ten tijde van het onderzoek nog niet goed uitvoerbaar. De resultaten van deze screening laten zien dat PFOS in Nederland overal aangetroffen worden, zowel in de zoete binnenwateren als in zee. PFOA wordt in zwevend stof slechts in enkele monsters aangetroffen, in sediment daarentegen relatief veel vaker. De aangetroffen concentraties zijn voor beide stoffen vergelijkbaar. In zwevend stof worden concentraties tot enkele tientallen nanogrammen per gram gevonden, terwijl in het sediment de concentraties over het algemeen lager liggen. In sedimentmonsters afkomstig uit een gebied waar perfluorhoudende brandblusmiddelen zijn gebruikt, zijn verhoogde concentraties van PFOS (factor 2 tot 5 hoger) aangetroffen. In vis wordt alleen PFOS aangetroffen, met de hoogste concentraties in aal tot meer dan 100 nanogram per gram vis. PFOA was in geen enkel biotamonster boven de detectiegrens aanwezig. De PFOS gehalten in aal zijn van dezelfde ordegrootte als polychloorbifenylen, bijv. PCB153, en gebromeerde brandvertragers zoals BDE47 en HBCD. Ook voor zwevend stof en sediment gaat het om vergelijkbare concentraties als die van PCB153 en bijvoorbeeld de veel voorkomende gebromeerde brandvertrager BDE 209. De resultaten van deze Nederlandse studie geven aan dat geperfluoreerde verbindingen ook in het Nederlandse milieu alom aanwezig zijn. Dit ondersteunt het belang van de beleidsmatige aandacht die er binnen de EU, ook vanuit Nederland, voor deze stoffen is

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions