Effecten van peilveranderingen in het IJsselmeer en Markermeer-IJmeer

Abstract

Een seizoensgebonden peilbeheer in het IJsselmeergebied, waarbij in het voorjaar het peil hoger wordt opgezet en in de zomer verder uitzakt, lijkt zowel voor zoetwatervoorziening als voor het versterken van natuurwaarden interessant. In verschillende studies, workshops en beleidsdocumenten is aan dit peilbeheer gerefereerd en gerekend. Aan Deltares is gevraagd te verkennen in hoeverre de wensen ten aanzien van het seizoensgebonden peil vanuit natuur en zoetwatervoorzieining en de effecten daarvan op diverse aspecten en gebruiksfuncties bekend en gekwantificeerd zijn en hoe deze kennis eventueel in vervolgstudies verder is aan te vullen. Dit rapport beschrijft het resultaat van deze inventarisatie. De focus is hierbij geweest op het IJsselmeer en het Markermeer. De Veluwerandmeren zijn buiten beschouwing gelaten. Een seizoensgebonden peil kan door inundatie van oeverzones in het vroege voorjaar en het vervolgens weer droogvallen tijdens het groeiseizoen een grotere diversiteit aan vegetatie en daarmee meer diverse habitats bewerkstelligen. Deze versterking van natuurwaarden kan in het IJsselmeer en het Markermeer alleen plaatsvinden wanneer ook grootschalige landwaterovergangen worden gerealiseerd; het talud van oeverzones bepaalt immers hoeveel land inundeert en weer droogvalt. Een variatie door het seizoen van 65 tot 100 cm lijkt wenselijk. Natuurwaarden hebben echter baat bij afwijkingen van deze variatie door de jaren heen. Voor nieuw te ontwikkelen natuur moet het talud en de hoogteligging van de oevers worden afgestemd op het in te stellen peilverloop. Het instellen van een structureel hoger of lager peil zal invloed hebben op bestaande natuurwaarden. Een afweging waarin alle natuurwaarden worden meegenomen is nodig. Peilveranderingen hebben ook invloed op waterkwaliteit (slibopwerveling, temperatuur, nalevering uit de bodem) en waterkwaliteit en natuurwaarden beïnvloeden elkaar. Het is raadzaam om de waterkwaliteitseffecten op natuurwaarden mee te nemen in een verdere bepaling van het voor natuurwaarden gewenste peilverloop. Voor zoetwatervoorziening verwacht het W+ klimaatscenario een vraag naar extra water (in 2050 ongeveer 50 cm waterschijf in IJsselmeer en Markermeer in een extreem droog jaar), waarin door middel van seizoensfluctuaties voorzien kan worden. Hierbij wordt juist gevraagd het peil tot ver in de zomer (juli, augustus) hoog te houden. Uitgangspunt is om voor het instellen van een seizoensgebonden peil geen dijkverhoging te laten plaatsvinden. Veiligheid bepaalt daarmee de bovengrens voor het instellen van een seizoensgebonden peil. In het vroege voorjaar (maart/april) kan op het IJsselmeer tot 2020 het peil tot - 0,05 m NAP verhoogd worden, tot 2035 kan dit tot -0,10 m NAP (vanaf april). Voor het Markermeer geldt een mogelijke opzet tot -0,10 m NAP tot 2020, tot 2035 kan het peil tot ditzelfde niveau worden opgezet, echter wel pas in april. Voor alle situaties geldt dat vanaf mei het peil verder opgezet kan worden tot + 0,10 m NAP op het Markermeer (zowel 2020 als 2035) en het IJsselmeer tot 2035. Tot 2020 kan op het IJsselmeer in mei tot +0,15 m NAP worden opgezet

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions