Een simulatiemodel werd opgesteld voor de schatting van accumulatie en uitspoeling van bestrijdingsmiddelen in grond ten behoeve van de beoordeling voor toelating. Het model gaat uit van sorptie-evenwicht en een eerste orde omzettingssnelheid. Transport in de gasfase wordt verwaarloosd. Als grondsoort is een relatief kwetsbare zandgrond (Hn21 VI) gekozen waarop continu mais wordt verbouwd. Wat betreft het weer is uitgegaan van de KNMI-gegevens voor De Bilt van 1980 (een 74% nat jaar). Er is uitgegaan van een eenmalige voorjaarstoepassing van het middel in een dosering van 1 kg.ha -1. Er is aangenomen dat geen grondbewerking plaatsvindt. De stofconstanten K-om (sorptie-constante) DT-50 (halfwaardetijd voor 1e- orde omzetting) werden als variabelen in de verschillende berekeningen gebruikt. Als uitkomsten werden verkregen: de maximale concentratie van een stof in het bovenste grondwater en de tijd sinds dosering waarop deze concentratie werd bereikt, de hoeveelheid stof die het grondwater bereikt en de hoeveelheid stof die een jaar na dosering nog in de bouwvoor aanwezig is. Met behulp van dit rapport kan elk bestrijdingsmiddel, waarvoor K-om en DT-50 reele stofconstanten zijn en dat bovendien niet vluchtig is, worden geclassificeerd wat betreft zijn accumulatie- en uitspoelingseigenschappen.Abstract not availableLV-DGM/SR /Werkgroep "Gedrag in
grond"