unknown

Realised energy savings 1995 -2002

Abstract

In this report the realised energy savings in the Netherlands for the period 1995-2002 are presented for the sectors households, industry, agriculture, services, transport, refineries and electricity and for the national level. First a short description is given of the 'Protocol Monitoring Energy savings', a common methodology and database to calculate the amount of energy savings, that has been set up earlier by four Dutch institutes CPB, ECN, Novem and RIVM. Results are presented for savings on final energy use, for conversion in end-use sectors (co-generation) and for conversion in the energy sector. National savings of 1,0% per year are found, with a decreasing tendency in recent years. Much attention is given to the uncertainty margins that result from the uncertainty in the input data and the 'quality' of the variable that is used to calculated the reference energy use (without savings). It proves not possible to supply a reliable saving figure for final energy use in the services sector. On the other hand the savings from better conversion can be calculated quite well. Overall a margin of +/- 0,3% is found for the national yearly saving figure. Next to savings an analysis has also been made of volume- and structural effects with respect to energy consumption, energy-intensity developments and other relevant factors in different sectors. Finally savings have been put in perspective: savings in comparison with that of the EU-countries, the contribution of savings to the reduction of the CO2-emissions and a comparison with other evaluation studies.In dit rapport wordt de gerealiseerde energiebesparing in Nederland in de periode 1995-2002 gepresenteerd voor de sectoren huishoudens, industrie, land- en tuinbouw, diensten, transport, raffinaderijen en elektriciteitsvoorziening, en voor het nationale niveau. Eerst wordt een korte beschrijving gegeven van het 'Protocol Monitoring Energiebesparing', een gemeenschappelijke methode en database die eerder opgezet is door de vier instituten CPB, ECN, Novem en RIVM. Er worden resultaten gepresenteerd voor besparing op finaal energieverbruik, voor conversie in eindverbruik sectoren (wamte/kracht) en voor conversie in de energiesector. Een nationale besparing van 1,0% per jaar gevonden, met een dalende tendens in recente jaren, zowel in de meeste verbruiksectoren als bij de elektriciteitsproductie met warmtekracht installaties en centrales. Veel aandacht is gegeven aan de onzekerheid die resulteert uit de marges in de input data en de 'kwaliteit' van de variabele die is gebruikt om het referentie energieverbruik (zonder besparing) te bepalen. Het blijkt niet mogelijk om een betrouwbaar cijfer voor besparing op finaal verbruik in de diensten sector te geven. Maar besparing door betere conversie kan heel goed bepaald worden. Overall wordt een marge van +/- 0,3% gevonden voor het nationale jaarlijkse besparingscijfer. Het rapport bevat ook een analyse van volume- en structurele effecten betreffende energie verbruik, energie-intensiteitsontwikkelingen en andere relevante factoren in verschillende sectoren. Tenslotte zijn de besparingen in perspectief geplaatst: een vergelijking met cijfers voor de EU-landen, de bijdrage van besparing tot de reductie van CO2-emissies en een vergelijking met andere evaluatie studies. In de periode 1995-2002 was de gemiddelde nationale besparing 1,0% per jaar, wat overeenkomt met een CO2-reductie van circa 15 Megaton (ongeveer 8% van de totale Nederlandse CO2-emissies). Besparing heeft daarmee vijf maal zoveel bijgedragen aan de reductie van CO2-emissies dan duurzame energie

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image