Net zoals in andere beleidsdomeinen wint beleidsevaluatie geleidelijk aan aandacht binnen het domein van politie, justitie en veiligheid. Potentiële actoren van beleidsevaluatie zijn de wetenschappelijke onderzoeksinstellingen die op basis van onafhankelijk beleidsevaluerend onderzoek een antwoord kunnen formuleren op de vraag naar de wenselijkheid om het gevoerde beleid verder te zetten en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn. In deze bijdrage stellen we de vraag naar de plaats en betekenis van evaluatieonderzoek in de ontwikkeling van de veiligheids- en preventieplannen vanaf 1991 tot vandaag.
Bij de vraag naar de plaats van evaluatieonderzoek stellen we vast dat beleidsevaluatie oorspronkelijk een taak was voor onafhankelijke onderzoekinstellingen maar dat deze verantwoordelijkheid verschoven is naar de contractanten van de veiligheids- en preventiecontracten, waardoor ook het evaluatieonderzoek veranderde in een administratieve evaluatie met het oog op verlenging van de contracten. Voor het beantwoorden van de tweede vraag over de betekenis van evaluatieonderzoek werd een beroep gedaan op het bestuurskundige model van Weiss dat de relatie tussen onderzoek en beleidspraktijk conceptualiseert. Deze verkennende bijdrage is het resultaat van een interdisciplinaire oefening tussen bestuurskunde en criminologie: op basis van bestuurskundige modellen en concepten inzake beleidsevaluatie werd een criminologisch beleidsdomein geëxploreerd en geanalyseerd. De theoretische kennis hieromtrent werd aangevuld met interviews met sleutelfiguren op lokaal en federaal niveau