research

Megaoesofagus bij hond en kat

Abstract

Megaoesofagus wordt gekarakteriseerd door een gedilateerde slokdarm met een verminderde peristaltiek. Het is de meest voorkomende oorzaak van regurgitatie bij de hond. De ziekte komt zelden voor bij de kat. De aandoening kan congenitaal zijn of verworven worden. Bij de aangeboren vorm komen de symptomen meestal pas tot uiting rond de speenleeftijd. Een erfelijke basis werd aangetoond bij bepaalde rassen. De verworven vorm ontstaat meestal op volwassen leeftijd, met een erg ruime leeftijdsmarge. Regurgitatie en ademhalingsproblemen zijn de meest voorkomende symptomen. De diagnose wordt gesteld door middel van radiografie of fluoroscopie. Bijkomende onderzoeken zijn doorgaans aangewezen om een onderliggende oorzaak op te sporen. In ongeveer de helft van de gevallen wordt geen onderliggende oorzaak gevonden en wordt de megaoesofagus beschouwd als zijnde idiopathisch. Patiënten met megaoesofagus worden meestal conservatief en symptomatisch behandeld. De onderliggende ziekte, slechte voeding en verslikkingspneumonie vereisen een directe en grondige aanpak. De prognose is vaak gereserveerd bij de hond. Bij congenitale megaoesofagus beschrijft men iets gunstigere vooruitzichten. Katten lijken beter te reageren op de ingestelde behandeling

    Similar works