In dit onderzoek worden de emotionele, cognitieve en gedragsmatige dimensie van 'angst voor criminaliteit' vanuit een theoriegestuurde benadering onderzocht. In het bijzonder wordt nagegaan of en in welke mate het kwetsbaarheids- en incivilitiesmodel een verschillende invloed hebben al naargelang de dimensie van 'angst voor criminaliteit' die wordt gemeten. Daartoe wordt een kwantitatief onderzoeksdesign gehanteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van onderzoeksgegevens die door de Onderzoeksgroep Criminologie en Rechtssociologie (UGent) in de loop van 2007 werden verzameld in het kader van een onderzoek naar criminaliteit, slachtofferschap en onveiligheid bij de bewoners van vijf Gentse buurten. De gehanteerde data (N = 918) is representatief voor de bewoners met Belgische nationaliteit van de buurten Sint-Macharius, Rooigem, Galgenberg, Zuid en Nieuw-Gent. Aan de hand van verschillende bloksgewijze binomiale logistische regressieanalyses wordt per buurt nagegaan of en in welke mate de beide verklaringsmodellen in staat zijn de drie dimensies van 'angst voor criminaliteit' te voorspellen. De toetsen suggereren dat de beide modellen samen relatief goed in staat zijn om de emotionele dimensie te voorspellen, in tegenstelling tot de cognitieve en gedragsmatige dimensie. Ondanks de beperkte operationalisering van de drie dimensies van 'angst voor criminaliteit' toont dit onderzoek aan dat het erkennen en in rekening brengen van de multidimensionaliteit van 'angst voor criminaliteit’ tot andere resultaten leidt in theorietoetsend onderzoek. De resultaten geven aan dat de operationele keuzes die men maakt een impact hebben op de relaties die men terugvindt
